Hardlopen in rondjes is iets van de moderne tijd. Wedstrijden op de atletiekbaan, wegwedstrijden, trainingen: nagenoeg altijd komen we terug op de plek waar we zijn begonnen. Een ervaring rijker of een illusie armer, maar een nuchtere buitenstaander zal het lopen eerder als een onzinnige verspilling van energie betitelen. Hardlopen deden we lang geleden vooral om te jagen.
Wat zou het makkelijk zijn geweest als het wild ook in rondjes had gelopen, dan hadden wij kunnen blijven staan om onze prooi eenvoudig te kunnen vangen. Maar ja, dan waren we weer geen hardlopers geworden. Van origine zijn we dus niet gewend om rondjes te lopen. Bij korte rondjes, bijvoorbeeld op de atletiekbaan, is de weerzin nog bij veel mensen te bespeuren. Wordt het rondje langer dan lijkt het alsof we onszelf aardig voor de gek kunnen houden. Na een uit-en-thuis trainingsrondje van 15km staan we met een voldaan gevoel onder de douche: "zo we zijn even goed bezig geweest". Dat we niks zijn opgeschoten deert ons absoluut niet. Het lijkt wel alsof het verlengen van het rondje, dus in feite het vergroten van de onzinnige inspanning, juist tot meer voldoening leidt. Het ultieme moderne rondje is de moderne marathon: met uitzondering van enkele klassiekers is dit ruim 42 kilometer lopen om uiteindelijk zinloos weer op het zelfde punt uit te komen. Of is de zin van het lopen van zulke rondjes dat we de tol betalen in de vorm van lichamelijk ongemak? Leidt deze zelfkastijding tot het wakker maken van de oermens in ons?
Mijn eerste marathon liep ik bijna 2 jaar geleden: na 3 uur, 6 minuten en 44 seconden finishte ik in de marathon van Essen weer op dezelfde plek als waar ik was vertrokken. Afgelopen zondag heb ik de marathon van Berlijn gelopen, inmiddels mijn 5e rondje van 42,195km. Vorig jaar was ik hier ook geweest, het zou dus mijn 2e rondje Berlijn worden. Om het gevoel van het rondjes lopen compleet te maken leken de omstandigheden nagenoeg hetzelfde als vorig jaar. Ik had dezelfde gebrekkige voorbereiding als vorig jaar, de blessure was zelfs nog hetzelfde als vorig jaar, de verwachtingen waren hetzelfde als vorig jaar (ergens tussen de 2:59 en 3:30), het weer op zaterdag was hetzelfde als vorig jaar net zoals het wandelingetje naar het startvak. Alles leek er op dat dit hetzelfde rondje zou worden. Vorig jaar was ik met 3:03 één uur langzamer dan Haile. Morgen zou hij er weer zijn en weer een gooi doen naar het wereldrecord. Zou ik weer één uur langzamer zijn?
In ieder geval zou ik starten met gemengde gevoelens, immers, sinds vorig jaar was er nog niks veranderd aan mijn blessure en wist ik mij nergens meer te verbeteren. De blessure zorgt voor stilstand. Ik heb geen zin in nog zo’n jaar, nog zo’n zelfde rondje. Daarom heb ik vooraf besloten dat dit mijn afscheidsrondje wordt: na dit rondje stop ik met lopen tot ik weer fit ben. Zondagmorgen loop ik met Astrid, Ester en Mike naar de start. Zoals op zaterdag voorspeld, is het ’s nachts niet extreem afgekoeld en worden middagtemperaturen verwacht van rond de 25 graden. Ik hoop dat het de eerste uren nog mee zal vallen met de temperatuur maar merk in het startvak al dat ik mijn sweater eigenlijk niet aan hoef te houden: het is nog koel, maar niet fris… Om negen uur valt het startschot, 16 seconden later ga ik over de startstreep, binnen 500 meter loop ik een paar meter door de zon. Direct voel ik dat het veel warmer is dan vorig jaar en dat het vast nog veel warmer zal worden. Direct vraag ik me af of ik me vooral in het begin moet sparen of dat ik juist in het begin nu het nog relatief koel is mijn winst moet pakken. Omdat binnen 2 kilometer het zweet al van mijn kop gutst kies ik voor het eerste. Een behoudende strategie wat in mijn geval zo’n 4:15 per kilometer betekent. Tot halverwege kan ik dit redelijk vasthouden en hoewel ik geconcentreerd loop om zoveel mogelijk schaduw te pakken kan ik ook nog genieten van al het spektakel langs het parkoers. Ook hier krijg ik het gevoel dat ik hetzelfde rondje loop als vorig jaar: veel enthousiaste mensen en bandjes zorgen voor een ongekende sfeer.
Bij 25km begin ik me langzaam zorgen te maken, de 3 uur grens raakt uit zicht nu ik de 22 min/5km grens bereik. Ik probeer me te verbeelden dat ik het verlies in de laatste 5km met een ultieme inspanning weer goed kan maken, maar twijfel direct aan die gedachte. Op 30km kom ik door in 2:09 en is het definitief over en sluiten voor een tijd onder de 3 uur. Bij 35km heb ik geen moraal meer om er überhaupt nog wat uit te persen en in ‘survival-modus’ ga ik vanaf daar verder naar de finish. De laatste kilometers en het zicht op de Brandenburger Tor geven niet hetzelfde bevrijdende gevoel als vorig jaar. Op ervaring loop ik door en onderdruk de sterke drang om te gaan wandelen om mijn brandende voeten rust te gunnen. De laatste 300 meter zijn weer geweldig: de doorkomst door de Brandenburger Tor brengt me weer in een marathonarena die onbeschrijfelijk gaaf is. Ik word in de finish-trechter gezogen door een oorverdovend ritmisch applaus van duizenden enthousiaste supporters en ga alsnog met een grijns op mijn gezicht de streep over. Na 3uur 6 minuten en 38 seconden ben ik weer op zo goed als dezelfde plek als ik was begonnen. Weer één uur na Haile: heb ik toch hetzelfde gedaan als vorig jaar.
Na een rondje van 5 marathons in 2 jaar ben ik weer terug bij het begin, bij de tijd waarmee ik was begonnen: mijn eerste marathon liep ik in 3:06, mijn laatste marathon heb ik zojuist in nagenoeg dezelfde tijd afgesloten. De cirkel is rond, een bijna perfect rondje. Zinloos? Als je zo naar de tijden zou kijken, zou je als buitenstaander zeggen van wel. Als je zou kijken naar de tol van bloed, zweet en tranen die is betaald, zou je als buitenstaander zeggen van wel. Maar ik ben geen buitenstaander. Dit rondje van 5 marathons heb ik met volle overgave gelopen, ik ga tevreden onder de douche!
Nu is het tijd om te stoppen, voorlopig niet meer hardlopen. Eerst van mijn blessure afkomen, dan zien we wel verder. Wie weet ga ik daarna weer rennen. Wie weet kom ik terug als baanatleet: lekker rondjes rennen…
© Lex Frentz – Apeldoorn