Dag 4 Blankenheim – Gerolstein. (42,6 km 1.764 m omhoog 1.641 m omlaag). Ik kwam naar deze loop om te genieten en dat was al drie dagen perfect gelukt. Alles zat gewoon mee, het weer, de omgeving, de lopers en ga zo maar door. Ook was ik vast besloten om mijn pijntjes etc. er even uit te lopen. De afgelopen drie dagen was het niet echt slechter geworden maar helaas ook niet beter.
(Note Redactie Loopkrant.nl: De Eifelsteig. Dit alles door de ogen van Henk Geilen in vier afzonderlijke verhalen vastgelegd en verspreid over twee dagen afzonderlijk te lezen op Loopkrant.nl. Hierbij het derde deel van deze bijzondere loopervaring)
Wij hadden het hele voormalige stationsgebouw tot onze beschikking, dus kamers en ruimte hadden wij meer dan genoeg. Ook al waren alle kamers verschillend, ze hadden een gemeenschappelijk kenmerk: alle bedden waren te kort. Hierdoor had ik die nacht in een erg onnatuurlijke houding door gebracht. Toen ik ’s morgens zat te genieten van een geweldig ontbijt met allemaal verse natuurproducten voelde mijn spieren en gewrichten verre van soepel. Omdat we de officiële Eifelsteig verlaten hadden was de afspraak gemaakt dat het grootste gedeelte van de groep, zeker tot we weer op het gemarkeerde parkoers waren, bij elkaar zou blijven. Een prima afspraak, zij het dat ik dus niet kon lopen zoals mijn gevoel ingaf.
Na een kilometer of 10 zaten we weer op de Eifelsteig en even later kwamen we bij heel mooie watervallen. Ik was blij dat er nu weer een aantal andere lopers dan vorig jaar waren want anders waren de foto precies hetzelfde geweest. Na verloop van tijd kwamen we bij het kasteel van Kerpen. Vreemd genoeg kon ik mij daar helemaal niets meer van herinneren, terwijl dit toch heel erg mooi was en de tocht er letterlijk midden doorheen ging.
Daarna kwamen we in een dorpje, hier herkende ik onmiddellijk het terras waar we vorig jaar erwtensoep met ijs en appeltaart gegeten hadden. Vreemd trouwens dat je zoiets blijft onthouden. Toen er aanstalten gemaakt werden om weer op dit terras te landen besloot ik om hier van af te zien en alleen verder te gaan. Het lopen ging op zijn zachts uitgedrukt stroef en ik wilde op zoek gaan naar een tempo waarin ik deze etappe zo prettig mogelijk kon uitlopen. Om een lang verhaal kort te maken; dit tempo heb ik die dag niet meer gevonden. Het ging steeds stroever.
Zelden heb ik mij zo dubbel gevoeld; enerzijds was het een heel mooie etappe (vandaar 125 foto’s gemaakt) en anderzijds wist ik dat hier het venijn in het staartje zat. Het eindpunt van deze etappe is namelijk Gerolstein, meer specifiek de jeugdherberg die boven op de berg ligt. Na een aantal heuvels zie je voor je Gerolstein en zelfs de jeugdherberg liggen. Je kunt zo het dorp in lopen en dan even na een kort klimmetje douchen en gaan rusten. Maar de officiële route is nog ruim 8 kilometer en wat voor kilometers. Er ligt op eens een hoge rots partij die je letterlijk op handen en voeten op mag zien te komen en als beloning ook weer af. En dan komt de klap op de vuurpijl: een rotsige heuvelpartij waar je helemaal naar boven mag klauteren en, nadat je ongeveer bij de jeugdherberg in de slaapkamers gekeken hebt, weer omlaag te stuiteren . Dus daar stond ik dan: het liep voor geen meter en ik had de keuze tussen even de trappen pakken en gaan douchen of nog anderhalf uurtje (!) mijn pijnlijke heup mishandelen. Het voordeel van nog even mogen lopen is dat je weer wat tijd hebt om na te denken. Zodoende realiseerde ik mij dat volgens de oorspronkelijke planning deze etappe korter is dan een marathon. Dus toen ik eindelijk letterlijk voor de deur van de jeugdherberg stond heb ik toch maar besloten om nog even 3 kilometer extra te lopen. Als ik dit zo lees snap ik niet dat het moeilijk is om mensen die soms toch al een beetje vreemd tegen de loperij aankijken uit te leggen hoe ontzettend leuk sommige loopjes zijn. Of het toeval is weet ik trouwens niet maar het eerste wat ik zag toen ik de jeugdherberg binnen kwam was de invalidenbadkamer en ik toen ik daar uit kwam voelde ik mij helemaal herboren.
Dag 5 Gerolstein – Manderscheid: "Het spoor bijster" (49,3 km 2.805 m omhoog 2.890 m omlaag)
Vorig jaar stond ik bij deze etappe met koorts aan de start. Dus was ik dit jaar in de gelegenheid om na te gaan of deze etappe echt zo mooi was of dat ik aan het ijlen geweest was. Vol goede moed ging ik weer met Martin van start. Mijn geplaagde heup was de organisatie dankbaar dat ze op de wegen en paden niet al te veel stenen gegooid hadden. Direct na de start voegde ook Erwin zich bij ons. Na een kilometer of 8 kregen we ook Thijs en Wim in het vizier, dus van het verdiepen van mijn kennis van de Duitse taal is niet veel terecht gekomen. Op een gegeven moment zagen we boven in een bos een ruïne liggen; schijnbaar ben ik in mijn enthousiasme hier naar toegelopen om een foto te maken en is dit de rest ontgaan. Omdat ik ook wel eens de achterkant van een ruïne wilde zien ben ik even helemaal uit beeld geweest. Vervolgens was bij mij de route uit beeld. Vervolgens heb ik ook nog ontdekt dat er een tweede ruïne was. Het heeft trouwens maar twintig minuten gekost om weer de route te vinden. Op zich niet vreemd dat de rest mij daarna niet meer gezien heeft. Na verloop van tijd zag ik onder mij het stadje Daun liggen. Ik wist heel goed dat ik hier doorheen moest. Toch lukte het mij niet om dat stuk van de route te vinden. Ik heb toen een vergelijkend onderzoek tussen het lopen in lang gras en doornstruiken ingesteld. Nadat ik Daun vanuit alle windstreken bekeken had bleek toch het gemarkeerde bospad het beste te lopen.
Toen ik uit het bos kwam zag ik onder mij een supermarkt liggen. Vorig jaar had ik hier een 2 liter fles cola gekocht, dit aangevuld met mijn ziektekiemen en heel genereus aan de andere lopers aangeboden. Dus nu stormde ik zonder na te denken weer de trappen af om beneden tot de conclusie te komen dat hier weer de markeringstekens ontbraken wat logisch was, want ik zat niet meer op de route. Nadat ik maar twee verkeerde toegangswegen tot het dorpje geprobeerd had zat ik goed en weer op de route.
Degene die hier de route bedacht heeft kan een bepaald gevoel voor humor absoluut niet ontzegd worden. Je loopt het dorp in dan loop je het meteen weer uit, maakt een flinke klim gaat over het terrein van een school en loopt na twee kilometer op vrijwel het zelfde punt als je het dorp verlaten hebt dit weer in. Vervolgens is het een heel gepuzzel om door het dorp te geraken. Naar mijn eerdere avonturen die dag was ik er op gebrand om dit foutloos te doen. Dat dit geen sinecure was bleek ’s avond toen twee lopers die in het dorp op een terras een kopje soep gegeten hadden hun verhaal vertelden. Zij hadden lopers komend uit allerlei richtingen door het dorp zien rennen. Ook hadden zij sommige lopers eerst uit de ene richting zien komen en vervolgens weer van een andere kant.
Na Daun stond het bezichtigen van de zogenaamde Maare’s op het programma. Je mag er een stevig stukje voor klimmen maar het uitzicht is dan ook geweldig. Nu kan ik wel vertellen dat ik daar op een bankje zat om van het uitzicht te genieten, maar dit is maar half waar. Ik zat daar omdat ik schijnbaar een zooltje dubbel had zitten en na 25 kilometer het langzaam tijd vond om dit in orde te maken. Over de blaar die dit opgeleverd had was ik dan ook niet verbaasd, wel verbaasd was ik er over dat opeens Bram achter mij stond. Spontaan besloot ik dan ook de rest van deze etappe therapeutisch met Bram verder te lopen. De laatste 13 kilometer van deze etappe volgen het riviertje de Liese. Dit is weer zo’n prachtig stuk. Toch lukte het mij om hier, na een plas-pauze, van de route te raken. Nu bleek dat het samenlopen met Bram een heel slimme zet was.
Onze uitstekende slaapplaats was een boerderij een paar kilometer achter Manderscheid. Als ervaren rot wist ik dat je op een gegeven moment het prachtig pad uit het dal moest verlaten en een heel klein paadje naar boven moest lopen. Als je wist waar je op moest letten kon je zelfs het bordje dat dit paadje aangaf vinden. Uit het feit dat we niet in de rij hoefden te staan voor de douche en ook iets later zijn gaan eten dan gepland blijkt wel dat dit bordje toch wel over het hoofd gezien kon worden. Trouwens de gedachte aan de hoeveelheden en de smaak van het eten dat de boerin voor ons had gekookt, toveren nog steeds een brede grijns op mijn gezicht. Wie een indruk wil krijgen naar wat er nog meer onderweg te zien was, verwijs ik naar de 68 plaatjes op mijn website.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/