Bron foto Henk Geilen, archief 2007Zondagmorgen zat ik bij Willem Mütze in de auto. Wij waren onderweg naar de bierloop. Willem stelde mij een vraag over dit loopje die ik kort, duidelijk en zonder voorbehoud kon beantwoorden. Dat ik deze vraag zo stellig en duidelijk kon beantwoorden gaf mij grote voldoening. Twee jaar geleden was ik namelijk een aantal ultralopers behulpzaam geweest bij hun deelname aan de bierloop.

Toen dacht ik dat ik aan hen heel duidelijk had uitgelegd hoe zij het vervoer het beste konden regelen. Uiteraard moet je bij iedere loop zorgen dat je aan de start komt en van de finish weer naar huis. Bij de bierloop is dit echter iets moeilijker. Dat heeft niets te maken met het woord bier in de naam. De bierloop is een estafetteloop waarbij van Gaasbeek naar Olen (een kleine 120 kilometer) door een team van 8 lopers gelopen wordt. Voor meer details over deze schitterende loop verwijs ik kortheidshalve naar de verslagen van mijn twee eerdere deelnames. Ultralopers kunnen hiervan de laatste 4 etappes (circa 57 kilometer) lopen. Als ultraloper heb je dus geen heel team dat de auto mee kan nemen van de start naar de finish. Ik had toen dus uitgelegd dat het het handigste is om met twee auto’s te gaan, vervolgens eerst naar de finish te rijden. Daar een auto achter te laten en dan met de andere naar de start te rijden.

Na het voltooien van het loopje moest je wel dan even terug naar de start om de auto op te halen, tenzij je natuurlijk van plan was om die auto daar gewoon achter te laten. Op zich leek mij dit een heel logisch verhaal en dacht dat ik dit vrij duidelijk verteld had. Vervolgens had ik dit ook nog op de mail gezet. Ik was echter vergeten om te vertellen dat dit niet werkt als je meer lopers hebt dan in een auto passen. Ook levert het wat problemen op als je met twee auto’s na de finish rijdt en dan iets denkt in de trant van "waarom rijden wij nu naar de finish, we moeten toch eerst naar de start". En als je dan de daad bij het woord voegt en met twee auto’s naar de start rijdt heb je in iedere geval gezien waar je uiteindelijk moet uitkomen.

Bron foto Henk Geilen, archief 2007

De vraag van Willem luidde als volgt: "Weet jij hoe de route hier gepijld is?" Mijn antwoord blonk echt uit door duidelijkheid en was:"NIET!" De organisatie van de bierloop, maakt namelijk een perfect roadbook. De bedoeling is dat je als lopers een en liefst twee fietsers meeneemt en deze kunnen je dan aan de hand hiervan perfect naar je bestemming loodsen. Deze boekwerken worden rond half april naar de lopers thuis gestuurd. Toen ik dit vertelde schoot Willem te binnen dat hij gezien had dat je deze books van de website moest downloaden en dat hij dat vergeten was.

Normaal plan ik mijn loopjes heel lang van te voren in. Nu had ik letterlijk te elfder ure besloten om nog even mee te lopen. Omdat ik met mijn schoonfamilie een weekje op vakantie was had ik dit weekend en het weekend daarvoor "loopjesvrij"gehouden. Ik moet eerlijk bekenden dat dit tot ongekende afkickverschijnselen geleid heeft. Toen de reis definitief was (beter gezegd: toen ik mij de moeite had genomen om de reisbescheiden te lezen) zag ik dat we zaterdagnacht thuis zou komen. Dus kon ik zondag nog even een loopje doen. De bierloop staat al jaren hoog op mijn favorietenlijst. Maar tegen de eerder beschreven logistieke rompslomp zag ik behoorlijk op. Toen ik hoorde dat Willem naar de start zou rijden en dat zijn vriendin, die met vrienden aan de Belgische kust was, zou komen en zijn auto zou oppikken en naar de finish zou brengen greep ik mijn kans. Dus zou ik eindelijk weer kunnen genieten van de Bierloop en zou ik het dat weekend niet zonder een loopje hoeven te stellen.

Mijn voorbereiding bestond uitsluitend uit een mailtje aan de organisatie met de vraag of er nog een plekje voor mij was. Zodoende zaten wij dus gezellig in de auto en hadden er weer een extra uitdaging bij. So wie so vroeg ik mij af of ik überhaupt wel zou kunnen lopen. Ik was namelijk tijdens een stadswandeling op de tweede dag van mijn vakantie begon ik opeens last van een been te krijgen. Dit werd zo erg dat ik niet meer in staat was om te lopen. Mijn lichaam heeft schijnbaar een heel mooie manier gevonden om mij duidelijk te maken dat het niet de bedoeling is dat ik niet loop. Dus iets in de trant van:"als je niet gaat rennen dan zul je ook niet wandelen". Wat het precies was weet ik niet maar ik dacht aan een ontsteking. Gelukkig is de medicijnverstrekking niet in alle landen zo gereguleerd als in Nederland. Dus had ik binnen no-time een ontstekingsremmer categorie "Paardenmiddel". Dit hielp prima tegen de pijn maar wandelen ging nog steeds niet. Met veel moeite ben ik de trap op naar de boot gestrompeld. Waarom weet ik nog steeds niet maar toch heb ik vervolgens met veel moeite mijn loopspullen aangetrokken en ben ik op het dek 45 minuten lang rondjes gaan lopen. Het joggen ging perfect. Het gewoon terug wandelen daarna voor geen meter.

Bron foto Henk Geilen, archief 2007

De volgende dag werd het niet echt beter dus heb ik maar een uur gerend. En passent heb ik toen nog even het wereldrecord op de marathon verbeterd. Want toen ik na precies een uur stopte had ik precies 42 kilometer op mijn Garmin staan. Nu weet ik ook wel dat een marathon 42,2 kilometer is. Maar in de 1 uur en 3 minuten die ik nog had om het wereldrecord van die ander HG te verbeteren had ik gegarandeerd 200 meter kunnen draven. Ik weet trouwens niet of er iets in de reglementen staat dat het lopen op een boot die met 40 km/h vaart niet telt. Dat dit WR waarschijnlijk niet zal tellen daar heb ik niet veel moeite mee, waar ik wel veel moeite mee heb gehad is om aan mijn schoonmoeder uit te leggen dat ik absoluut niet in staat was om een stukje te wandelen maar dat ik wel een uur aan een stuk kon draven.

Hoe het ook zij, toen ik zondag onderweg was kon ik nog steeds niet normaal lopen en had ik behoorlijk last van mijn heup. Ik vroeg mij dus af hoe het mij tijdens dit loopje zou vergaan. Maar dat was zorg voor later. Eerst moesten wij een oplossing zien te vinden om de route te achterhalen. Toen wij bij de sporthal kwamen was er helemaal niemand. Dus werd de vreugde over het feit dat wij precies voor de deur konden parkeren een beetje getemperd door de vraag of wij wel op de juiste dag aanwezig waren. Uiteindelijk kwamen er twee jongens van de organisatie. Toen zij hoorden hoe perfect wij voorbereid waren gaven zij ons onmiddellijk hun roadbook en gingen op zoek naar een tweede exemplaar. Ook al werden er geen leesbrillen verstrekt, mijn armen waren gelukkig net lang genoeg om dit te kunnen lezen.

Er bestaat bij de bierloop geen vaste starttijd. Wel is het de bedoeling dat alle lopers ongeveer tegelijk in Olen aankomen. Dus mag je zelf je starttijd berekenen op basis van de snelheid die je denkt te gaan lopen. In principe zou Willem rond 12:00 vertrekken en ik rond 13:00. Omdat ik echter geen zin had om een uurtje rond te hangen en het altijd gezellig vind om tijdens een loopje een beetje te keuvelen besloot ik om samen met Willem te vertrekken. Willem wilde om 19:00 finishen de eerste 17 kilometer rennen en dan 40 kilometer gaan snelwandelen. Omdat ik toch behoorlijk last had van mijn been wilde ik ook rustig 10 km/h lopen. Dus gingen we samen rustig op pad. Eigenlijk ging het lezen en het lopen op het roadbook gewoon goed. In het begin moesten we er een beetje in komen maar met vereende krachten hadden we toch vrij snel een modus gevonden die werkte.

Bron foto Henk Geilen, archief 2007

Tot mijn groot plezier kon ik mij nog het punt herinneren waar ik mijn de vorige keren behoorlijk verlopen had. Dus konden wij genieten met van een mooie eerste etappe met veel bossen en mooie kastelen en buitenplaatsen. Van mijn eerste deelname kon ik mij nog herinneren dat er aan het einde van deze etappe een smal paadje was waar we toen een half uurtje naar gezocht hadden. Nu was dit een mooi verhard pad geworden wat ik zonder problemen vinden kon. Helaas was aan het einde hiervan een t-splitsing gemaakt en omdat ik wilde weten waar die naar toe ging nam ik hier een andere afslag. Gelukkig herinnerde ik mij dat het wisselpunt aan de linkerkant van het spoor was . Dus nadat ik nog even een extra dorpje bekeken had kon ik het spoor oversteken en de eerste etappe afronden. Laten we maar zeggen dat Willem eigenlijk genoeg had van mijn parkoerskennis en besloot om de volgende etappe te testen of hij het alleen kon. Ook etappe twee was weer de moeite waard. Maar op de een of andere manier ging ik halverwege deze etappe behoorlijk de mist in. Op een gegeven moment kon ik maar één conclusie trekken en dat was dat ik goed fout zat. In het roadbook werd de straat genoemd waar ik naar toe moest. Ik heb aan een paar fietsers gevraagd of zij die straat kenden.

Dit was gelukkig het geval. Door hun opmerking: "Maar dat is wel nog heel ver naar die kant" (de kant waar ik dus vandaan kwam) werd mijn vreugde over het feit dat zij wisten waar ik naar toe moest een klein beetje getemperd. Uiteindelijk vond ik die straat en kon ik weer verder het roadbook volgen en genieten van het mooie parkoers. Etappe 3 is ook indrukwekkend en ging eigenlijk foutloos. Met name kwam dat ook om dat je hele stukken langs de rivier de Nete loopt. Dus zonder al te veel problemen kwam ik bij het laatste wisselpunt. Tot mijn verbazing was ik nog door geen estafetteloper ingehaald, dus zou ik niet echt te laat aan de finish verschijnen. Deze etappe ging ook verder met een paar kilometer langs de Nete. Volgens de beschrijving moest ik 40 meter na een bank linksaf een klein pad in slaan. Of het nu kwam omdat ik genoeg van dat riviertje gezien had weet ik niet. Maar bij de eerste kans die ik kreeg om links af te slaan deed ik dit. Dat ik geen bankje gezien had vond ik niet echt erg, dat je deze geasfalteerde weg niet echt als een smal pad kon benoemen bevreemde mij meer. Dus toen ik na verloop van tijd op een kruispunt kwam dat niet in het roadbook stond besloot ik om toch maar wat meer van het riviertje te gaan genieten. Na dit nog een kilometer gedaan te hebben kwam ik tot de conclusie dat er wel degelijk een verschil is tussen een asfaltweg en een smal onverhard paadje. Na een mooi stukje bos waar ik tot twee keer een clown tegenkwam ging het richting abdij van Tongerlo. Hier gaat de route dwars door heen. Heerlijk over kasseien en zeer indrukwekkend om te zien.

Volgens het roadbook braken mijn laatste kilometers aan. Op dit stuk werd ik ingehaald door een snelle etappeloper met twee fietsers. Dus hoefde ik hen maar in het vizier te houden en kon ik mijn tocht beëindigen. Toen zij na verloop van tijd op een t-splitsing stil bleven staan en op mijn wachtten om de weg te vragen, wist ik dat ik de laatste navigatie fout van die dag gemaakt had. Op zich kwam mij dat wel goed uit want de officiële route is 57 kilometer en ik vind 60 toch een mooier getal. Dus dat stond op mijn teller toen ik na 6:01 breed lachend over de finish kwam.

Die lach was er om een aantal redenen. Dit is gewoon een geweldige loop op een mooi en afwisselend parkoers. De organisatie is perfect en heeft maar één doel en dat is om het de lopers naar de zin te maken en de sfeer is dan ook grandioos. Bij mijn vorige deelnames heb ik alle twee de keren een steekje laten vallen. Bij de eerste keer ben ik namelijk na het bereiken van het marathonpunt gestopt. Uiteraard had ik daar een briljante verklaring voor die na te lezen is in mijn verslag. Bij de tweede keer had ik ook bij de marathon willen uitstappen maar kwam ik Willem tegen, en ben ik toen met hem toch maar door gegaan naar de finish. En nu liep ik ondanks mijn voelbaar aanwezige been toch mooi vlak uit. En tenslotte zag ik bij de finish een heel grote hal met aan een muur een bar met de meest fantastische Belgische bieren en aan de andere wand een ruim voorzien buffet en barbecue. Daarnaast wist ik ook dat ik naar huis zou gaan met een grote mand rijkelijk gevuld met heerlijke bieren.

Bron foto Henk Geilen, archief 2007

Tijdens de nazit heb ik nog een goed gesprek gehad met de organisatie en daar heel leuk nieuws gehoord. Uiteraard wil ik dit delen. Het volgende jaar zal het concept van deze schitterende loop gaan wijzigen. De start en finish zullen in Olen zijn. Daarnaast zullen de etappes iets korter worden. Het zal er op neer komen dat zowel de etappes ’s morgens als ook ‘s middags samen een marathon zullen vormen. Zodoende zal ik dus de unieke kans krijgen om op één dag twee marathons te lopen. Dit in combinatie met een perfecte organisatie, geweldige sfeer en ongetwijfeld weer mooi parkoers is iets dat ik niet graag missen zal.

Ook al zijn zowel Willem als ik gezegend mat een paar heel grote handen toch waren we beide niet in staat om en een roadbook en een camera te dragen. Dus hebben we allebei geen foto’s gemaakt. Maar de verslagen van mijn beide eerdere deelnames zijn ruimschoots met foto’s versierd daar verwijs ik dan ook graag naar.

© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/