6 april Koblenz – Filsen. Aantal kilometers: 43,5 Omhoog: 2.292 meter Omlaag: 2.290 meter. Een tijd geleden kreeg ik een mailtje van Bram waarin iets stond in de trant "als jij een oude koffiepot hebt neem die dan mee als je de Rheinsteig gaat lopen". Op zich was dit natuurlijk een helder geformuleerde boodschap. Toch had ik geen enkel idee wat ik hiermee aan moest.
(Note Redactie Loopkrant.nl: De Rheinsteig. Dit alles door de ogen van Henk Geilen in vijf afzonderlijke verhalen vastgelegd en verspreid over drie dagen afzonderlijk te lezen op Loopkrant.nl. Hierbij het derde deel van deze bijzondere loopervaring)
Ik heb diverse pogingen ondernomen om hierover iets meer duidelijkheid te krijgen, maar Bram bleef stoïcijns. Ik heb zelfs vlak voor mijn vertrek een verrassingsaanval proberen uit te voeren en iets gevraagd in de trant van "je zou mij nog even het verhaal achter de koffiepot uitleggen". Maar Bram te slim af zijn lukt mij niet. Dus het antwoord:" gewoon meenemen" bracht bepaald geen licht in de duisternis.
Toen ik in de trein zat met Helmut, Martine en Gabi kon ik het uiteraard niet laten om langs de neus weg te vragen hoe het ook al weer zat met de koffiepotten tijdens de Rheinsteig. Zij lieten zich alleen ontvallen dat ik dat wel tijdens de vierde etappe zou merken. Toevallig hoorde ik ook dat Kees een mailtje met een tekst van soortgelijke strekking van Bram gehad had, en hij had gelukkig ook geen flauw idee. Tijdens de hele etappe heb ik dan ook extra goed opgelet. Ik weet niet meer wat er allemaal door mijn hoofd spookte maar ik ben steeds op zoek geweest naar iets waar ik iets zou kunnen doen met een koffiepot. De ondersteuning die ik hierin van de anderen kreeg was ook geweldig: "nog 15 kilometer en dan zie je het vanzelf……"
Een van de lopers die ons die dag het eerste stukje vergezelde was Joachim Barthelmann. Joachim is bij de Trans-Europa footrace verantwoordelijk voor onder meer het uitzetten van de route en het regelen van de slaapplaatsen. Het was de laatste dag voordat Joachim naar Italië vertrok. Het is natuurlijk heel interessant om van zo’n insider een aantal smeuïge details over deze megaonderneming te horen. Daarnaast hoorde ik tijdens dit eerste stuk heel vaak het woord Ruppertsklamm. Ik had weer geen flauw idee wat dit was maar er werd wel met steeds meer ontzag over gepraat. Ook hoorden wij dat er midden in deze Klamm verslaggevers zouden staan om over onze capriolen daar verslag te doen en op de gevoelige plaat vast te leggen. Voor het zover was kwamen we eerst nog langs een uitzichttoren die helaas gesloten was omdat de trappen helemaal verrot waren. Jammer dat wij ons hiervan iets aangetrokken hebben want nu hebben we in ieder geval een aantal hoogtemeters gemist en waarschijnlijk ook een paar mooie capriolen.
Hierna kregen we de Ruppersklamm. Werkelijk spectaculair. Een lange en steile afdaling in een rivierbedding. Tussen de 214 foto’s van vandaag zitten er genoeg die een indicatie kunnen geven hoe geweldig dit was. Sommige stukken waren gezekerd met kabels maar er was nog genoeg om je volledige lenigheid en alle nog niet gebruikte spieren een uitdaging te bieden. In deze klamm kwam ik bovendien voor de tweede keer in mijn leven een vuursalamander tegen. Daarnaast ben ik ook letterlijk met mijn kont in het water gevallen, heerlijk verkwikkend.
Hierna werden we tevens door Joachim vergast op een verzorgingspost. Ben ik blij dat deze loop in de week voor Pasen is, dan zijn er immers allerlei soorten chocolade paaseieren beschikbaar. Op onze bedrijfkleding staat ook de tekening van een van de vele burchten en vandaag hadden wij het genoegen om deze in het echt te mogen aanschouwen. Ook was er een geweldige pauze op een zonovergoten pleintje in een prachtig dorpje. Ook al heb ik geen haring, geen gebakken aardappelen en zelfs geen ijs gegeten, toch heb ik genoten. Dit was de eerste dag dat de gelopen afstand korter was dan de marathon. Dus toen wij in onze etappeplaats ontvangen waren en de gebruikelijke formaliteiten afgewerkt hadden zijn Kees en ik nog een kilometer of 7 langs de Rhein gaan lopen. Dit was eigenlijk wel heel erg lekker.
Vreemd genoeg was ik toen het raadsel van de koffiepotten helemaal vergeten. Toen we ‘s avonds aan tafel zaten zei Rolf dat hij een heel speciale verrassing voor ons had. Hij was in die buurt opgegroeid en zijn moeder maakte soms voor hem een lokale specialiteit. Het restaurant waar wij zaten organiseerde heel af en toe een avond waarbij ze dan ook deze specialiteit serveerden. Na rijp beraad met Brigitte en zo te merken ook een zware discussie hadden ze besloten om het restaurant te overtuigen om dit ook voor ons te maken. Als ik het goed gehoord had heette het gerecht "debbeküchen". Iedereen kreeg een grote en rijk gevulde gietijzeren pan voor zich te staan en een bord appelmoes. Ook zonder het gewicht van het gietijzer was dit wel een heel zware maaltijd. Omdat ik altijd het neusje van de zalm wil weten ben ik later met de eigenaar gaan praten. Hij heeft mij de hoofdlijnen van het recept verraden. Wij waren die avond met, dacht ik, 24 eters dus had hij 30 kilo aardappelen geschild. Per persoon kwam dit dus neer op ruim een kilo aardappelen. Daarnaast had hij per persoon een pond spek genomen en zeven eieren. Dit alles werd aangemaakt met puur varkensvet en daarin ook gebakken. Ik denk dus dat de term stevige maaltijd wel op zijn plaats is. Gelukkig kregen we ook nog allemaal de Duitse variant van een Bossche Bol XL als toetje. Eigenlijk was ik best blij dat ze vervolgens met een borreltje met het indrukwekkende alcoholpercentage van 50 procent als digestief kwamen.
Ik kreeg na afloop hiervan van Helmut nog een persoonlijk toetje. Hij vroeg mij of ik nu eindelijk wist hoe het zat met de koffiepotten. Zoals ik wel vaker doe met problemen die ik absoluut niet kan oplossen had ik dit helemaal verdrongen en moest ik ook bekennen dat ik nog steeds geen flauw idee had. Toen hij zei dat ik mijn hoofd moest optillen en ik dit ook netjes gedaan had, zag ik dat er in de eetzaal langs alle muren planken getimmerd waren. En hierop stonden ze inderdaad. Dit blijkt dus het product van de verzamelwoede van de vrijgezelle dochter des huizes te zijn. Dus als er toevallig nog ergens een vrijgezel rondloopt met een gezonde eetlust dan weet ik nog wel iets voor hem.
7 april Filsen – Loreley: "Echte sportvoeding". Aantal kilometers: 43,1 Omhoog: 2.033 meter Omlaag: 1.903 meter. Inmiddels was al weer de vijfde loopdag aangebroken. Vandaag werd onze groep onder meer verstrekt met een van de medewerkers van het Rheinsteig bureau, de organisatie die verantwoordelijk is voor het onderhoud en de promotie van de Rheinsteig. Wij hadden dus weer het genoegen om een onuitputtelijke bron van informatie in ons midden te hebben. Voor het vertrek heb ik nog even gevraagd of er misschien nog een portie debbeküchen over was. Gelukkig was dit niet het geval
Dit was de dag van de burchten en dus weer flinke stijgingen. Prachtig zijn ook de verhalen die hierbij horen. Zo denk ik dat iedereen zich wel een beeld kan vormen bij de kastelen van de "de twee vijandige broers". En ook een verklaring voor de kogelgaten in deze twee kastelen. Ook de twee tegenover elkaar liggende kastelen Katz en Maus hebben originele namen en verhalen. En als je vervolgens weer een uitzichtpunt tegen komt met de naam 3 Burgenzicht weet je hoeveel moois er te zien is.
Tussentijds was er ook een rust in gepland in een cafeetje. Voor de eigenaresse ons naar binnen liet moesten we eerst naar de er tegen overgelegen feestzaal en daar onze rugzak afdoen en achter laten. Op zich zou ik bij zo’n verzoek eerder aan de handelwijze van roofridders dan aan die van een GASTwirt denken. Toen we het café binnen kwamen was ook dit raadsel snel opgelost. De eigenaresse was nogal gefascineerd door varkens. In het café was amper plaats voor gasten, het stond helemaal vol met varkens in alle mogelijke verschijningsvormen en formaten. Ook het stro en de troggen ontbraken niet.
De etappe van vandaag was de kortste met een geplande afstand van ruim 31 kilometer. Dus hadden Kees en ik nog een stevige afterparty op het programma staan. Het eindpunt was boven op de Loreley rots. Dit was trouwens een van de weinige locaties waar ik wel eens van gehoord had en eerlijk gezegd achteraf ook de minst spectaculaire plek. Er waren toch een aantal lopers die het heel erg moeilijk hadden en de groep lag behoorlijk ver uit elkaar. De afspraak was dat wij op een kilometer of twee voor het eindpunt weer zouden verzamelen. Toen wij daar kwamen vertelde Rolf dat wij die avond een verassingafspraak op een andere locatie dan ons hotel hadden. Het was dus de bedoeling dat wij tijdig in de hal van het hotel zouden verzamelen. Deze afspraak was over een uurtje. Kees en ik kregen toen toestemming om al naar het hotel te gaan, onze sleutel op te halen en ons marathonnetje af te ronden. Toen wij bij het hotel kwamen hadden wij ruim 32 kilometer op de teller. Dus voor de zekerheid moesten wij nog een kleine 11 kilometer. De Loreley is het hoogst gelegen punt dus wat we ook zouden doen we zouden niet alleen de kilometers moeten overbruggen maar ook nog flink wat extra hoogtemeters maken. Dus nadat we onze spullen op de kamer gelegd hadden en onze bidons gevuld hadden konden we even een flink stukje knallen. Dit ging verassend goed en was eigenlijk erg lekker om te doen. Veel tijd om te douchen hadden we niet maar toch waren we zo goed als op tijd op het afgesproken punt. Van daaruit ging het naar het bezoekerscentrum van de Loreley. Hier werden we ontvangen door de burgemeester, iemand van de ondernemersvereniging en de Loreley zelf. Daarnaast was de wijn die daar rijkelijk vloeide ook meer dan de moeite waard. De Loreley vertelde in haar toesprak dat ze het zo geweldig vond waar wij mee bezig waren dat ze best zelf graag een stukje mee zou gaan. Uiteraard werd haar verteld dat dat geen enkel probleem was.
Bij het eten heb ik mij weer eens van mijn beste kant laten zien. Het eten was prima en als bijgerecht kregen wij een soort aardappelballen. Uiteraard hebben wij die een aantal keren bij besteld. Op een gegeven moment zei de kelnerin dat zij niet zeker wist of er nog aardappelen waren. Laat ik nu toevallig vlak van te voren op mijn weg van het toilet langs de keuken gekomen zijn en een gesprek tussen haar en de kok gehoord hebben. De kelnerin zat zelf in de keuken te eten. Hierbij was zij aan het klagen dat de kok zo’n grote portie en vooral zoveel aardappelballen voor haar had gemaakt. Zij kreeg die niet op, en dus zou zij ze wel inpakken om mee naar huis te nemen. Het is dus een dol feest geworden om zoveel mogelijk aardappelen te krijgen. Uiteindelijk ben ik afgekocht met een paar extra toetjes.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/