Zondag 26 april 2009. Locatie Beekbergen, camping Hertenhorst. Met de gele chip in mijn broekzak sta ik wat onwennig startklaar. Misschien een rare plek voor dat gele geval? Tja, ik twijfelde over het wel of niet aanwezig zijn van een championchipregistratie. Dan maar het zekere voor het onzekere en mijn eigen championchip vlot achter het ritsje verstopt.
Dan toch die twijfel. Ben ik echt niets vergeten? Startnummer is nauwkeurig opgespeld en veters zijn dubbel gestrikt, maar toch is er iets wat ik mis? Is dat nu typisch iets voor het vrouwelijk geslacht of ligt dat gewoon aan mezelf. De adrenaline stroomt door het lichaam en ik heb er zin in. In Beekbergen is het altijd gezellig en als Brabantse hou ik van ‘gezelligheid’. Voorgaande jaren de Nomenrace niet kunnen lopen om veelal vage redenen, maar vandaag ben ik weer present. Dé gezelligste prestatieloop voor het dameslegioen onder de lopers. De eerste editie was alweer vijf jaar geleden. Destijds in de ijskoude sneeuw. Deze zondag is het broeierig. Tijdens het warmlopen was het al ademhappen. Benieuwd hoe het mij vandaag tijdens de vijf kilometer vergaat.
Op het campingterrein De Hertenhorst dribbelen de deelneemsters enkele rondes over de tennisbaan. Linksom en rechtsom, zo gemakkelijk gaat dat. Uit de speakers klinkt de stem van Grada Boschker. Vorig jaar zorgde zij ook al in haar eentje voor de gezamenlijk warming-up. Lekker warm hupsen is iets wat menig campingbezoeker vandaag graag zou willen doen. Vele jaloerse blikken zijn zichtbaar van de zijlijn. Vaders, kids en andere familieleden kijken trots naar hún ‘spring-in-het-veld’. De camera’s klikken van jewelste, want in de harten van de supporters begint de vrouwenloop al volop te draaien.
Dan is het tijd, tijd om het startschot te lossen. Door de zwoele stem van Lex van den Brink krijgen de dames het warm en neemt het adrenalinepeil drastisch toe. Nog enkele minuten en ze mogen gaan. Het startpistool gaat omhoog en dan plots klinkt het schot. De knal waardoor de laatste slapende campinggasten van hun bed worden getild. De eerste 300m gaan over het campingterrein met vlak na de eerste bocht nog wat extra spektakel. Een cabrio! Geen vrouw die zich daardoor van de wijs laat brengen terwijl het een beauty van een sportcar is. Welke man had die ‘bak’ daar vanuit jaloezie nu weer neergezet? De organisatie is duidelijk op dit soort onvolkomenheden voorbereid en zorgde voor een keurige oplossing. Zo ontstonden er geen onverwachte struikelpartijen.
Het parcours was typisch Veluws. Veel klim- en klauterpartijen met de nodige natuurpaden. In de eerste kilometer direct een stijgingspercentage van minstens 20% (op de vrouwen ‘norm’ voor stijl) ! Als beloning een woest, maar begaanbaar bospad met vrolijk fluitende vogeltjes hoog in de bomen. De kilometers lopen dan toch snel een stuk gemakkelijker en wil je het tempo niet al te hoog maken. Het is tenslotte super om hier te mogen lopen. Toch een kleine tempoversnelling bij het zien van de fotograaf. Rechtop lopen en een klein lachje naar de camera doet wonderen. Onbewust let je toch weer even op de looptechniek en de loopsters om je heen, Het asfalt kwam in zicht en dat betekent nog meer versnellen. Nog één beklimming en via het viaduct terug over de snelweg richting de laatste kilometer. Dan plots, een steek in mijn zij!? Argg, wat een pijnlijke steek. Als kleuter vertelde een trainster me om dan vooral heel hard in je vuisten te knijpen. De pijn verdwijnt dan als sneeuw voor de zon. Ik knijp en knijp, maar het vandaag lukt het trucje niet. Dan nog een steek. Ook wat hoger dan net. Dat is balen zeg. Misschien toch wat te hard gestart vandaag? We zouden het toch gezellig houden! Dan de laatste en definitieve steek. Ik stop, ik haal heel diep adem en hoop het beste. Plaatsgenoot Sonja komt me voorbij en zegt:"In je vuisten knijpen. Dat helpt! Echt waar!". Door deze aanmoediging begin ik langzaamaan weer te dribbelen en hou ik het in een lager tempo nog net een beetje vol. De steek verdwijnt echter niet helemaal.
Dan is daar de eindstreep. Nog een bochtje en dan ben ik weer terug. Henk Borgmeijer staat klaar om mij en alle andere dames binnen te loodsen. Hij zorgt er zelfs voor dat ik nog een laatste korte eindsprint inzet. De pijn lijkt te zijn verdwenen. Met een bekertje water en wat schijven sinaasappel hap ik de lichte teleurstelling weg en zie ik diverse plaatsgenoten passeren op weg voor hun tweede ronde. Als het niet zo warm was geweest was ik vast en zeker meegelopen. Kijk, dat doet de sfeer op zo’n dag. De nomenrace, volgend jaar ben ik er weer bij, want wat een schitterend parcours heb ik onderweg gehad. Dan bekruipt me weer dat knagende gevoel, want wat heb ik dan toch vergeten en gemist vandaag? Ik weet het: het zijn de mannen. De mannen waren er niet bij en dat gaat me toch aan mijn hart…in ieder geval in mijn zij.
© Redactie Loopkrant.nl – Fiona Markus