Soms heb je de hele tijd de tekst van een liedje of een gedicht in je hoofd. Veelal vindt dit zijn oorzaak in iets dat je bewust of onbewust bezig houdt. Tijdens Limburgs Zwaarste had ik de hele tijd de tekst van een klassiek Engels gedicht in mijn hoofd. Wie de dichter hiervan was weet ik niet; maar het was absoluut een grootheid en een wijs mens.
Omdat ik het Engelands niet zo goed beheers zal ik tekst van het gedicht fonetisch weergeven.
I was sitting with my gate
In a piece of prikkeldrate
O what did my poeperd pijn
How could I such a sufferd zijn
Waarom dit door mijn hoofd speelde wist ik meteen. Ik had namelijk het genoegen om afgelopen week te mogen spreken op een congres in Berlijn. Ik wilde op het congres goed voor de dag komen, of om het anders te zeggen, datgene wat ik aan inhoud te kort kwam met uiterlijk vertoon compenseren. Dus zat ik strak in het pak. Om het helemaal af te maken had ik bovendien een paar gloednieuwe schoenen aangetrokken. De organisatie wilde als dank voor mijn optreden Berlijn aan mij laten zien; meer specifiek die stukken van Berlijn die je als toerist normaal niet te zien krijgt. Dit is inderdaad iets wat ik prachtig vind en deze kans heb ik dan ook met beide handen aangegrepen. Toen zij mij vroegen of ik in staat was om een stevig stuk te wandelen heb ik heel bescheiden aangegeven dat ik wel eens een stukje gelopen heb. Om een lang verhaal kort te maken: soms moeten nieuwe schoenen ingelopen worden en ik weet sinds vorige week dat je dat zeker niet moet doen door uren aan een stuk te wandelen. Eerlijk gezegd had ik dit al binnen een paar honderd meter in de gaten. Ik troostte mij nog steeds met de gedachte dat mijn gastheren mijn op elkaar geklemde kaken zagen als een duidelijke indicatie dat ik sprakeloos was van al het moois dat zij mij toonden. Mijn verbeten blik zullen ze wel geïnterpreteerd hebben als een vorm van afgunst. Toen ik ’s avonds mijn schoenen uittrok zag ik dat ik aan dit avontuur 4 blaren ter grootte van een 2 euro stuk overgehouden had. Het lichaam is toch heel mooi in staat om zijn baasje iets duidelijk te maken, want 2 euro is ook de prijs van een metrokaartje. De blaren waren ook prachtig verdeeld, twee per voet. Het unieke hiervan was dat ze op beide voeten op precies dezelfde plaatsen zaten, aan de binnenkant en (heel apart) boven op de voet. Als toetje mocht ik de volgende dag constateren dat ik waarschijnlijk mijn manier van lopen aan het ongemak aangepast had en daarom enorm stijve kuiten had.
Kortom, ik was optimaal voorbereid voor Limburgs Zwaarste. Ik schrijf het wel allemaal heel luchtig op maar ik baalde als een stekker dat ik zo stom geweest was. De eerlijkheid gebied mij ook te zeggen dat ik heel serieus overwogen heb om niet van start te gaan. Maar omdat niet geschoten altijd mis is, en er bovendien een heel toepasselijk spreekwoord over blaren en erop zitten is, ben ik zaterdagmorgen toch blakend van de goede zin op stap gegaan. Gelukkig had ik nog een paar nieuwe loopschoenen in de kast staan. Deze hadden een iets bredere leest dan ik normaal gewend ben dus had ik voldoende ruimte om wat pleisters op mijn inmiddels doorgeprikte blaren te plakken. Daarnaast had ik gehoord dat als je na een nachtje flink doorzakken met een zware kater wakker wordt, je het beste weer kunt beginnen met datgene wat de ellende veroorzaakt heeft. En waarom zou dit niet ook de oplossing voor ellende door nieuwe schoenen zijn?
In Heerlen (eigenlijk Hoensbroek) aangekomen was het een drukte van jewelste. Ik denk als de inwoners van Hoensbroek geweten hadden wie hier allemaal rondliepen dan had het zwart van de mensen gestaan. Zoals we inmiddels van Willem gewend zijn kreeg iedereen een startnummer met zijn eigen naam erop. Bij het uitreiken werd aan mij met heel veel nadruk gevraagd of ik de achterkant gezien had. Ik had de achterkant erg vluchtig bekeken en gezien dat er onder meer de telefoonnummers van Willem en Annemarie opstonden. Omdat ik mij met name tijdens de eerste editie van dit loopje wel heel spectaculair verlopen had dacht ik dat ze mij op de achterkant wezen om mij duidelijk te maken dat ik als ik het spoor bijster was, zou weten wie ik moest bellen. Ik had mij trouwens voorgenomen dat wát er ook zou gebeuren, ik zou nooit bellen. Dus daarom kwam het ook wel goed uit dat ik mijn gsm vergeten was.
Achteraf bleek dat er naast de telefoonnummers onderstaande tekst op mijn startnummer stond:
" In geval van nood:
Willem 06xxxxxxx
Annemarie 06xxxxxxxxBij geestelijke nood gelieve contact op te nemen met een locale priester, bij medische problemen met uw dokter en in geval van financiële problemen gaat u naar Becam. Voor alle andere gevallen kunt u bij ons terecht."
Jammer eigenlijk dat ze niet aangaven wat ik moest doen als ik hoge nood, veroorzaakt door mijn blaas, had.
Ook drukte Willem ons nogmaals op ons hart om vooral te genieten. Gelijk had hij. Dus dat prentte ik mij dan ook steeds in mijn hoofd zodat mijn twee maatjes 48 mij mijn dag niet zouden vergallen. Ten opzichte van voorafgaande jaren was de organisatie nog professioneler want we werden met een echt pistool weggeschoten. Nu pas realiseerde ik mij dat Willem een pistool heeft sinds de verovering van Annemarie. Uiteraard weet ik niet of hij die verovering gedaan heeft doordat hij een pistool heeft of dat hij door het pistool kan waarborgen dat er geen kapers op de kust komen.
Het schitterende weer, het zeer aangename gezelschap en het vooruitzicht op een heel uitdagende loop zorgden voor afleiding, maar toch bleef ik mijn voeten voelen. Maar niet zeiken, gewoon genieten en na verloop van tijd voelde ik mijn voeten amper. Het was dan ook een spectaculair mooie loop. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik de afgelopen weken wat heb mogen rondhobbelen in heel mooie stukjes Nederland. Ik was bijna vergeten waarom ik er ooit voor gekozen heb om in dit stukje te gaan wonen maar dat weet ik nu weer precies. Eigenlijk wil ik dit helemaal niet vertellen en dit allemaal voor mij alleen houden, van de andere kant, als je om je heen de lopers ziet genieten geeft dat toch weer een extra dimensie. Vandaar dus toch maar de link naar de animatie van de route die ik gelopen heb. Uiteraard is dit een paar kilometer meer dan de officiële 71,7 kilometer. Maar er zijn nu eenmaal een paar stukjes die ook gezien moeten worden.
Dat er naast wandelaars en lopers, die echt genieten door één met de natuur te zijn, ook helaas volkomen idioten bestaan bleek weer. In de buurt van Simpelveld zat er een prachtig smal modderpaadje in het parkoers. Het was al een hele uitdaging om dit lopend te overwinnen. Tot mijn grote verbazing zag ik daar een zestal motorrijders ploeteren. Ter verduidelijking: mannen die in hun derde jeugd zaten en gezien hun omvangrijke pensen geen slecht leven hebben gehad. Hun machines waren gloednieuw en het duurste van het duurste. Het ultieme bewijs dat er een relatie bestaat tussen poenig gedrag en een gebrek aan intelligentie. Ik had geen flauw idee hoe ze hier terecht gekomen waren en tot mijn groot genoegen hadden zij geen flauw idee hoe ze hier weg moesten komen. Zij hadden dus de naam Simpelveld wel erg letterlijk genomen. Naast de adembenemende uitzichten had je soms ook hele uitdagingen. In deze categorie was de trappenpartij in Schaesberg wel een toppertje. Iedereen roept steeds dat het 525 trappen zijn. Dus wilde ik wel eens weten of dit echt het geval is. En dan kom je er dus niet met te kijken naar de bordjes die aangeven hoeveel je er gehad hebt. Ik heb dus mogen tellen en zit nu met één trede verschil.
Om nog even terug te komen op de extra kilometertjes. De route was uitstekend gepijld. Dit was gedaan met rood-witte linten. Om maar niets aan het toeval over te laten was de route nog vlak van te voren gecontroleerd, en was het helaas nodig om op sommige plekken verdwenen linten opnieuw op te hangen. Toch waren er tijdens de loop wéér grapjassen bezig geweest. Trouwens het woord grapjassen is hier niet op zijn plaats. Ik ben zelf altijd te vinden voor een geintje. Maar dit is gewoon niet leuk. Typisch was dat de linten soms op heel strategische plaatsen weggehaald waren. Toch heeft dit weer voordelen. De eerste keer was ik het spoor helemaal bijster na het afdalen van de beruchte trappenpartij. Daar waren niet alleen linten weg maar hingen ook linten in verkeerde straten. We daalden met vier lopers af en uiteindelijk hadden we daar een groepje van 15 lopers verzameld. Zodoende kom je dus weer nieuwe mensen tegen. Gezamenlijk hebben we toen de juiste route gevonden. Het was prachtig om te zien dat een aantal lopers de juiste route gingen markeren om zo de lopers na ons het gepuzzel te besparen. Over sociaal gedrag gesproken! Daarna gin het weer mis op een T-splitsing. Na verloop van tijd waren hier genoeg lopers om een partij naar rechts te sturen en een naar links. Ik heb mij opgeofferd om op het kruispunt te blijven staan en te wachten tot de route duidelijk was.
De laatste keer ging het vlak na de 5e verzorgingspost helemaal mis. In de eerste editie ben ik hier ook het spoor volkomen bijster geraakt. Vreemd eigenlijk, want ik wist dat het van daar naar de Wilhelminatoren ging. En dit is een punt dat ik nooit zal vergeten. Ik ben hier namelijk tijdens mijn vrijgezellenfeestje met een moutainbike ten val gekomen en heb de rest van mijn vrijgezellenfeest in het ziekenhuis doorgebracht. Bij de verzorgingspost kwam ik John Bouwens tegen. Dus voor de zekerheid met ben ik maar een stukje met hem meegelopen. Vlak voor de afslag naar links zagen wij een weiland waarvan drie zijdes versierd waren met linten. Dit voorspelde niet veel goeds. Uiteindelijk zagen wij dan ook de toren steeds verder van ons wegdraaien. Toen wij uiteindelijk in Sibbe beland waren hebben wij de conclusie getrokken dat wij niet meer op de route zaten en dus terug mochten. Ik was dubbelblij dat John erbij was want als hij zich ook verliep kon het dus niet aan mij liggen. Bovendien zag er naar uit dat ik weer eens de 75 kilometer barrière zou doorbreken.
Ik ben er van overtuigd dat ik niet de enige loper ben die zich heeft verlopen. Sterker nog, ik kan me bijna niet voorstellen dat er een loper is die het officiële parkoers gelopen heeft. Dit verlopen is ook één van de charmes van deze loop; het creëert een extra stuk samenhorigheid tussen de lopers en zorgt ervoor dat iedereen zijn eigen loopje heeft. Je zag allerlei varianten: zo haalde ik regelmatig lopers in die na mij gestart waren en die mij niet ingehaald hadden. Daarnaast zag ik bij de finish een aantal lopers van een heel opmerkelijke richting afkomen. Voor de 6e verzorgingspost haalde ik Jenni de Groot in. Op dat moment draaide zij zich om en zei na een blik op haar gps: "ik loop nog even 3 kilometer terug". Even dacht ik nog: zo lelijk dat iemand 3 kilometer afstand moet houden ben ik nu ook weer niet. Achteraf bleek zij daar tot de conclusie te komen dat zij te weinig gelopen had en liep dus dat stukje er maar even bij. Over karakter gesproken!
In haar verslag roemt Jannet terecht de zeer uitgebreide verzorgingsposten en komt ze dan ook met de mooie naam Limburgs Lekkerste. Hier ben ik het helemaal mee eens. Bovendien moet nog vermeld worden dat Jannet pas bij de posten kwam nadat ik er al geweest was. Ik ben dus wel een beetje benieuwd wat ze geschreven zou hebben als ze de posten gezien had vóórdat ik er huisgehouden had. Ik heb voor de verandering eens geen foto’s gemaakt. Als je maar een heel korte reistijd hebt is de kans dus groot dat je toch te laat vertrekt en in de haast het een en ander (o.a. camera en gsm) vergeet. Maar met plezier verwijs ik naar de foto’s van Jannet, Willem, Adrie van Dijk en Joachim Siller.
Helaas was dit feest na 7:51 uur voor mij alweer voorbij. En kon ik terug kijken op een zeer geslaagde invulling van mijn zaterdag. Ik had genoten en ook af en toe op mijn tanden moeten bijten. Blij was ik dat ik merkte dat het met mijn conditie/ duurvermogen de goede kant uitgaat. En mijn voetjes zullen volgende week wel voldoende hersteld zijn om mijn planning niet in het honderd te laten lopen. Het doet er niet toe hoe leuk een loopje is, een heerlijke douche na afloop is ook iets waar ik altijd naar kan uitkijken. Toch heb ik hier heel lang gedraald voor ik van deze traktatie ging genieten. Want dan zouden immers mijn schoenen uit moeten. Veel lopers spraken hun waardering uit over de heerlijke douches. Dit hebben ze aan mij te danken. Want toen het water contact maakte met mijn open voetjes heb ik spontaan een regendans uitgevoerd. En die was zo heftig dat er zelfs een overstroming in de Sahara door zou kunnen worden afgedwongen.
Paul van Hiel geeft in zijn verslag aan dat Willem geen pluim verdient maar een groot pluimveebedrijf. Uiteraard ben ik het hiermee eens en dat geldt ook voor iedereen die bij de organisatie betrokken is geweest. Volgens mij is echter de uitdrukking in Nederland "een veer in de kont steken". En als die vervangen wordt door een groot pluimveebedrijf dan vind ik dat prima, maar dan weet ik wel zeker dat ik met Pasen geen eitje hoef.
Samenvattend: ik voel mij een bevoorrecht mens dat er mensen zijn die een stuk van hun vrije tijd opofferen om mij zo’n geweldige zaterdag te geven. Ik ben deze mensen dan ook oprecht dankbaar. En het mooie certificaat met actiefoto’s en de geweldige badhanddoek met mijn naam erin geborduurd zullen een ereplaats krijgen. En een ding weet ik zeker: als ik later groot ben zal ik zeker geen masochist worden.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/