Als atletiekliefhebber volg ik de atletiek op een breed terrein. Zo ook de situatie rondom de nieuwe Nederlandse Indoor tempel te Apeldoorn. Het Omnisportcentrum. Tijdens het surfen op Internet lees ik dat Tonnie Stouten de 3000m indoor op het Nederlands Kampioenschap gaat lopen. Het NK indoor Masters? Wel eens van gehoord, maar dat was in Gent en ze hadden afstanden waarop ik niet meer uitkom.
Maar een 3000m. Was dat vroeger niet mijn favoriete afstand? Weken later zoek ik dat NK, maar vind geen 3000m. Blijkt het weggestopt bij het NK indoor Meerkamp en snelwandelen! Hoewel, dat is wel zo prettig. Dan is de uitstraling minder en indien het niets wordt, is mijn optreden haast niet gezien. Moet ik dan geen limiet lopen? Ik heb nog nooit indoor gelopen, waarom moet ik dat nu dan opeens wel? Nee, het mag en het is een nieuwe uitdaging, o zo! Toch nog veel twijfel. Crossen, indoor en weg. Gaat dat allemaal wel samen? Het is wel kort dag. Ik ben in training voor de NK halve marathon (CPC), dan is het niet zo verstandig om mijn training drastisch aan te passen. De inschrijving sluit op 31 januari, dus veel bedenktijd is er niet. Ik schrijf me in. Een week later is er een deelnemerslijst, er doen tien man mee in mijn categorie. Weer een week later wordt bevestigd dat alle deelnemers op de lijst meedoen.
De aansluiting bij de trainingsgroep van Meindert Koopman (AV Holten) geeft me het nodige baangevoel weer terug. Toch zitten in mijn hoofd de senioren baanronde tijden vastgeroest. Onbewust ben ik daar mee bezig, mijn lichaam wil mee met de koplopers. Na de derde baantraining bij AV Rijssen heb ik het ritme te pakken. Mijn kuitspieren denken daar anders over, met veel drama schreeuwen ze mij toe. Gisteren was de spierpijn na een rustdag zo goed als verdwenen. Met wat loslopen en enkele versnellingen maak ik me op voor de dag. Als ik Peter Bruinsma (AV Atletics) tegen kom lopen we spontaan op en is het net of we bij elkaar op de koffie zijn. Al babbelend maak ik zo het uur vol. Niet helemaal zo als gepland, maar wel zo ontspannen. Bijna elke dag heb ik de website gecontroleerd, het blijft voor mij een rare gewaarwording dat indoor. Ik moet er steeds aan denken dat ik bovenaan sta op de deelnemerslijst met een tijd van 09.04 wat ik liep in 1989!
Met wat zoeken blijken er heel wat veteranenkampioenen op de lijst te staan. Elke zoekactie betekent dat ik daal op de lijst. Dat had ik beter achterwege kunnen laten. Ik draai de kleinste puntjes in die ik heb. Hoewel ik twijfel (wel of niet op spikes?). Voor de zekerheid gaan mijn lichtste wedstrijdschoenen mee. Nadat deze even grondig ontdaan worden van crosszand. Het AV Atletics hemdje en blauw broekje worden klaar gelegd. Die hebben lang ongebruikt in de kast gehangen. Was het niet tijdens het NK cross in Wageningen dat ze te bewonderen waren?
Zaterdag is het lekker weer. Het is droog en o nee dat is niet van belang, we gaan indoor. `Omnisport` staat al op de blauwe borden waardoor ik ruim op tijd aankom in Apeldoorn. Daar doet de verschijning van AV `34 atleet Cees Kraaijenveld vertrouwd aan. Cees liep in de jaren tachtig al indoor! Het is rustig in de grote grijze hal. Boven meld ik me bij een rij tafels. Dat moest je een uur voor aanvang doen. Volgens mij was ik een uur te vroeg. Er blijft genoeg tijd over om dit bouwwerk te bekijken. Het is tegelijkertijd enorm en compact. De M60 maken zich op voor het snelwandelen terwijl op het middenterrein de meerkamp bezig is. De kersverse kampioen van de 5000 m snelwandelen M50 Jan Cornelis (AV Holten) spreek ik aan voor wat advies. Hij overtuigt me om te kiezen voor de wedstrijdschoenen. Buiten loopt slechts één atleet warm. Na drie rondjes om de hal ga ik op zoek naar de kleedkamers en het indoorgevoel. Via bordjes wijst het zich vanzelf, in de catacombe tref ik meer atleten. De AV Veluwe mannen lopen er al zomers bij. Omkleden en moest ik me niet ergens melden?
In de Callroom meld ik me, maar ben vijf minuten te vroeg. Even later komt de rest. De spikepuntjes worden gemeten en de namen worden opgeroepen. Als ik plaats neem naast Tonnie Stouten, die even later begint over de 10 mijl van Haaksbergen, voel ik een soort rust over me heen komen. Er is totaal geen spanning, het is nu al geslaagd. Ik doe mee met een NK indoor! Voor me zie ik de strakke gespannen koppies, de ingetogen blikken. Jan van Ommen ziet net als ik ook af van spikes. We kunnen, er komen junioren met doorzichtige mandjes. Ik heb niets af te geven. We volgen een vrijwilliger, de trap op en, er bekruipt me een plezier gevoel. Dit is leuk. We moeten halt houden voordat we de arena betreden. Iemand zei daarvoor "het is net echt". Dat proef ik ook, alsof we meedoen aan een hele grote wedstrijd, dat we zo een bomvol stadion gaan betreden. Er is een prijsuitreiking waarop we moeten wachten. Iedereen blijft in rijen van twee op de plek staan, de voorsten al half op de trap. Ik bezie het alsof ik er geen deel van uit maak, doe wat sprongetjes. Als we mogen, draven we over de baan, het is net alsof we al zijn begonnen. Iemand trekt het tempo aan en de rest volgt vanzelf.
Ondertussen vraag ik me af waar we moeten starten. De ondergrond met een soort ribbel voelt beter aan dan verwacht, het is helemaal niet glad. De bochten zijn wel heel vreemd: kort en lopen raar schuin op. Ik heb de neiging om een kruisje te slaan, om de ondergrond aan te raken, is dit niet mooi. We mogen, er is een terugvallende start of hoe noemde ze dat nu. Bij de startposities is er plots een ander indeling. We gaan, 15 ronden. Met 14 man is het druk op de baan. Ik maak me breed en probeer meteen in de binnenbaan te komen. Omdat ik op de tweede startlijn sta heb ik al meteen een hele groep voor me. Met het zoeken naar de juiste positie en paslengte is er na een ronde al een lang lint. Ik beperk me tot volgen, dit tempo loop ik nooit. Had ik daar dan niet op moeten trainen? Ik raak wat in de verdrukking en kom er niet langs, waarom laten ze een gaatje? Alfred Reekers wie was dat ook alweer. Nu weet ik het, de man die tot het laatste moment zijn trainingspak aanhield. Dat was geen goed voorteken, hij stapt net voor me uit.
Op het rechte stuk zie ik hoe groot het gat al is met Ronald Derksen, terwijl de eerste mannen al doorkomen op de kilometer na 3 minuten. Ik zet flink aan, maar kan dat tempo maar een halve ronde vol houden. Soms voel ik de ondergrond zachtjes bonken, een soort holle dreun over de houten kuip. Henri Havenga komt langs en loopt makkelijk bij me weg. Tonnie Stouten en Jan van Ommen strijden mee met de kop. De speaker doet verslag, het is geen boemelrace, maar de strijd wordt hard gemaakt. Ik spartel een beetje tussen twee AV Veluwe atleten. De rondjes tikken weg. Ik probeer goed en sterk te lopen, puf een beetje. Mark Westerhof sluit aan en gaat er voorbij. Ik pik aan en voel dat we zo gelapt gaan worden. Waarop ik me afvraag of we naar buiten moeten uitwijken of niet. In ieder geval niet inhalen! De koplopers maken zich op voor de laatste ronden. Bernard te Boekhorst pakt een ronde voorsprong. Ook Jack van Avendonk doet dat. Nog een ronde voor hun. Wij nog twee, meer dan dit tempo vasthouden lukt me niet. Ik ben tevreden dat ik finish, maar voel me niet compleet leeg of uitgewoond.
Bij het uitlopen is er een klein beetje het idee, dat ik toch eerder had moeten aansluiten bij Ronald Derksen. Teveel heb ik me laten beïnvloeden door de imponerende indruk. Even vangen we een glimp op van de M50. Zij strijden met hun drieën en komen met zijn allen op het podium. Tevreden rij ik terug naar het Oosten. Missie geslaagd, de twijfel is weg.
© Jeroen Machielsen – Nijverdal – http://www.jeroenmachielsen.web-log.nl/