Jaren geleden kocht ik het boekje ‘Twentepad, streekpad 2′. Destijds met de bedoeling dit pad in twee dagen hardlopend af te leggen. Dag 1 een marathon, dag 2 een marathon; totaal 85 km. Om 8 uur ‘s-ochtends is het nog fris. Het plan is gewijzigd. Vandaag wil ik het hele boekje in 1 dag uitlopen. Ik kijk ernaar uit, ik zie er tegenop. Eindelijk gaat het gebeuren.
Al jarenlang staat het boekje te lonken maar het kwam er steeds maar niet van. Alleen was ik de afgelopen dagen wat grieperig. Uitstellen zou logischer zijn, maar wanneer komt het er dan wel van. De waterzak is gevuld, eten, een extra bidon, route in de Garmin en op stafkaart, camera: EN ROUTE. Ik zou er een liedje over moeten schrijven. De kleine witte keffer maakt lawaai en hapt in de lucht. Deze bewakers van vaak iets te lelijke huizen in een mooi landschap is irritant. Bijten doen ze niet maar ze kunnen het wel en dan is mijn kuit hapklaar in de buurt. Ik zou er een liedje over moeten schrijven. Een bruinharige komt eraan rennen, blaffend en kwispelend. Nederig biedt hij zijn kop aan en na enkele aaien rent hij weer terug naar zijn buitenhok bij de boerderij. Beetje aandacht, een vriendelijk woord, lichamelijk contact en hij is tevreden. Ik zou er een liedje over moeten schrijven.
Het driedelige gezelschap wit met zwart komt het erf afrennen en blaffen om het hardst. Achter het raam kijkt een kerel naar buiten, koffiekopje in de hand. Een tijdje blijft het trio blaffen en dan rennen ze één voor één weer terug. Ik zou er een liedje over moeten schrijven.
De grote gevaarlijke zwarte kijkt om en gaat door met schijten in het bos. Zijn kleine nichtje bewaakt het huis. Het mormel kent het ritueel: blaffen, luchthappen, stuk meelopen en weer aftaaien. Ik zou er een liedje over moeten schrijven. Verdomme. Het beest komt log aanrennen, blaft met een diepe stem en springt gelijk tegen me aan. Ik beland tegen de schrikdraad maar was al geschrokken. De boer komt scheldend met grote klompenstappen aanlopen. Knecht volgt rustiger. De aanvaller druipt af. "Liep je hard" bromt de boer om zonder antwoord af te wachten de aanvaller achterna te stappen. Knecht kijkt me schaapachtig aan: "doet’ie anders nooit". Ik loop door. "Je moet daarheen" en knecht wijst het weiland in. Ik zou er een liedje over moeten schrijven.
Fout gaan zal deze dag nog vaker gebeuren. De route aanduiding is afgestemd op wandelaars en de GPS download lijkt verouderd. Vooral in de dorpjes Tubbergen en CarnavalOldenzaal maar ook op het Rutbeek is het zoeken en blazen. De benen zijn niet super. Na een dikke 50 km. (42,195 in 4h10) las ik een pauze in. Eten, bijdrinken en maar niet gaan zitten. Het op gang komen gaat moeizaam. De lol is er wat vanaf. Onderdelen gaan pijn doen en mislopen zorgt voor irritatie. Slechts 1 doel blijft over: uitlopen. Loopmaten Kerrer en Erw!n sms-en dat ze aan het bier zitten, Valentijnlief bel ik even dat het wat later wordt. De opmerking dat ik deze flauwekul nooit meer ga doen weet ze op waarde te schatten. De kilometers zijn gemaakt. Nooit eerder liep ik er zoveel achter elkaar. Het Twentepad gaat door. Een lang en onverhard stuk langs de Bornsebeek volgt. De zon gaat onder. Aan de overkant wordt een zwarte hond uitgelaten.
Na 90 kilometer mag ik eindelijk zitten in de kofferbak. Schoenen los, rugzak af, ipod uit. Onder andere Roosbief hield me vandaag gezelschap. Misschien kan zij hier een mooi liedje over schrijven.
Note: 14 februari, 90 kilometer, 9h29 onderweg, 10 minuten pauze, 2345 meter omhoog&omlaag
© Arie Froberg – marathonarie.web-log.nl