Ik meen begrepen te hebben dat de temperatuur altijd in de schaduw gemeten wordt. Dus als het in de zomer 30 graden is en je loopt een stukje dan loop je waarschijnlijk niet continu in de schaduw en is de gemiddelde temperatuur hoger. Hoe de meting in de winter gaat weet ik niet. Wat ik wel weet is dat toen ik vorige week een stukje aan het lopen was de temperatuur -17 graden was.
En omdat deze meting ’s avonds was, was er geen zon en zal de temperatuur tijdens mijn hele loop ook wel zo iets zijn geweest. Dit was behoorlijk koud maar toen ik eindelijk weer gevoel in mijn vingertoppen had en weer precies wist waar mijn neus zat ging het best lekker. Na een uurtje begon ik een snijdend gevoel in mijn luchtpijp te krijgen. Nu pas begreep ik alle discussie en commotie over het lopen bij stevige kou. Om mij dit voorlopig niet te laten vergeten was ik dus de rest van de week behoorlijk verkouden. Ook al liep bij mijn volgende training de temperatuur op tot -10 graden, echt over ging het verkoudheidje nog niet.
Zaterdag stond de Nord Eifel Ultra (NEU) op het programma. En verkouden of niet, ingeschreven betekent voor mij gewoon gaan. Gelukkig had ik vrijdag een mailtje van een zeer ervaren ultraloper, die van mijn plannen op de hoogte was. Hij schreef dat als je langer dan 4 uur in temperaturen van lager dan -5 graden loopt je longen/luchtwegen beschadigd kunnen raken. Hij adviseerde dan ook om iets voor de mond te dragen. Hij liep zelf niet mee dus dit was een echt goed bedoelde raad en geen slinkse poging van hem om zich tegen mijn gezwets te beschermen. Zodoende had ik naast de zorg van het goed neer leggen van mijn GPS ook nog de uitdaging om iets te verzinnen om voor mijn mond te dragen. Eigenlijk was ik wel blij dat ik door mijn trainingsloopje last van mijn keel had. Want mijn keel was nu net zo dik als mijn hoofd dus kon ik dus mijn hoofdband om mijn nek dragen en daarmee ook mijn mond beschermen. Ik heb inmiddels een paar verslagen gelezen over de LPM die in hetzelfde weekend gelopen is. Hieruit kan ik mooi lezen hoe ervaren lopers zich tegen de kou kleden. Normaal gesproken zou ik er van balen dat ik deze informatie te laat krijg. In dit geval had ik echter geluk. Ik was toevallig vorige week in een paar bakken met afgeprijsde spullen bij mijn hoofdsponsor (ALDI) aan het graven en vond daar een mooie tight, dus perfect voorbereid kon ik op weg naar Düren.
De NEU wordt georganiseerd onder auspiciën van de WGRA (World Guerrilla Running Administration). In de doelstellingen van deze bond staan een aantal uitgangspunten die mij wel aanspreken. Klein (maximaal 50 deelnemers), flexibel, eenvoudig (de organisatie wordt geacht met behulp van stopwatch, pen en papier de uitslagen bij te houden en bij binnenkomst van de laatste loper de oorkondes uit te reiken en de winnaar te eren) en veel plezier beleven aan het lopen. Ook de regelementen spreken mij erg aan. Hierin is onder meer het inschrijfgeld (nihil) geregeld. Ook de gehanteerde leeftijdsklassen spreken mij aan. Men onderscheidt Halbstarke (tot 29 jaar), Platzhirsche (30 tot 44), Meister (45 tot 59) en Altmeister (vanaf 60 jaar).
De start was gepland om 9:00 uur. Toen ik om 8:55 arriveerde had ik nog voldoende tijd om alle deelnemers (11) en verzorgers (3) te begroeten en met diegenen die ik niet kende even kennis te maken. De temperatuur bij de start was -12 graden dus 5 graden warmer dan ik gewend was. Dus heb ik maar mijn hoofdband voor mijn mond getrokken. Toen ik mij zelf in een etalageruit zag moest ik opeens heel erg aan een guerrilla denken. Tevens kreeg ik spontaan allerlei poëtische inspiratie. Deze dichtregel ontsproot hieraan "Wat uit mijn neus komt hoort op de grond en niet in mijn mond". En dus besloot ik maar heel snel om de band van mijn mond te verwijderen. En toen ik na een kilometer of twee weer gevoel in mijn vingers kreeg vond ik het best een aangename temperatuur om te lopen. Ik was ook best blij dat ik mijn gezicht weer vrij had ,want ik zag bij de lopers om mij heen allerlei fraaie ijssculpturen in hun gezichtsbeharing en dat wilde ik ook hebben.
De eerste 1,5 kilometer waren niet echt inspirerend, maar toen we Düren verlaten hadden werd het echt prachtig. De komende paar kilometer waren door een grote witte sneeuwvlakte en je zag de heuvels en bossen al komen. De organisatie had aangekondigd dat we de eerste 17 kilometer op ons zelf aangewezen waren omdat dat stuk niet met auto’s bereikbaar was. Het was ook echt mooi met de nodige heuveltjes, bospaadje, bossen en vergezichten. En veel sneeuw. Dus prachtig wit en lekker uitdagend om te lopen. Er waren zelfs stukken waren alleen de afdrukken van de lopers uit de groep en van dieren te zien waren. Heel af en toe kwam je een wandelaar tegen. Twee keer kwam ik in een auto tegen. Ik ben nu dus helemaal overtuigd geraakt van de toegevoegde waarde van winterbanden op een auto.
Toen we voor de eerste keer in de bewoonde wereld terug keerden stonden daar de verzorgers met een uitgebreide verzorgingspost. In de reglementen staat over verzorgingsposten heel duidelijk: kein. Normaal gesproken ben ik iemand die heel stringent is in het naleven van reglementen. Ik dit geval wil ik deze omissie door de vingers zien. Uiteindelijk ben ik de tel kwijt geraakt maar er waren dus meer dan genoeg verzorgingsposten. Ik heb zelfs nog een poging ondernomen om sneller dan de verzorgers bij de volgende post te zijn. Helaas is dit mislukt.
Als hoogste punt was een uitzicht toren opgenomen. Dit was dubbel genieten. Het uitzicht was spectaculair en de beloning voor het bereiken van het hoogste punt ook. Want boven op het uitzichtplatform lag er voor iedere loper een worst. Nu weet ik dat er ook onder de lopers vegetariërs zijn en omdat ik het ongepast vond om de verzorgers de worsten weer helemaal omlaag te laten slepen was er dus eigenlijk sprake van vierdubbel genieten voor mij.
Omdat ik nu mijn GPS weer opgeladen had hoefde ik dus niet te onthouden waar we geweest waren en kan ik weer verwijzen naar de animatie op mijn site. Dat dit de loopjes zijn waar ik van smul is inmiddels denk ik wel bekend. En dat er meer dan genoeg te zien was blijkt wel uit de foto’s. Dit keer is het mij gelukt om 236 keer met succes op het knopje van mijn fototoestel te drukken. En deze zijn uiteraard weer ergens op het internet te bewonderen.
Helaas was dit feest na 56,3 kilometer voorbij, maar omdat een aantal lopers toch wat moeite met het parkoers hadden was toen ook de zaterdag voorbij. Naast een geweldige zaterdag en een mooie oorkonde heb ik nog iets aan deze loop overgehouden. Ik ben de eerste Nederlander die de NEU uitgelopen heeft. Een titel die niemand mij ooit meer kan afnemen. Tenslotte heb ik nog een heel slimme zet gedaan. Ik heb mijn rugzak zogenaamd vergeten in een van de volgauto’s; dus is de organisatie wel moreel verplicht om mij bij hun volgende loop weer uit te nodigen om hem op te halen en dan omdat ik er toch ben weer te laten mee lopen.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/