Olne Spa Olne; 65 km in de Ardennen

Arie Froberg, bron marathonarie.web-log.nlPlots gaat de Jeep rijden en 300 ultra trail lopers rennen erachter aan. De eerste meters gaan door het kleine dorpje Olne. Enkele supporters klappen, vele voetstappen weerklinken in de verder nog stille straten. Al snel wordt het verharde wegdek ingewisseld voor het eerste onverharde pad. Het is nog fris. Iedereen lijkt zich snel warm te willen lopen.

Om onduidelijke redenen heeft de verder perfecte organisatie ons lopers een dikke 10 minuten bij de start laten wachten. Eén en ander werd wel omgeroepen, maar dat was vooral onverstaanbaar en bovenal in het Frans. Onduidelijk was ook of we nu linksom of rechtsaf het terrein zouden verlaten. Een kwestie van de toppers in de gaten houden, die zullen het toch wel weten. Op weg. De onrust is verdwenen, de spanning weg, de kou al snel uit het lijf. Zoeken naar een lekker ritme, ingehaald worden en anderen inhalen. Opletten, uitkijken voor te diepe plassen, want nu al natte voeten oplopen is wel erg vroeg.

Bron marathonarie.web-log.nl

Glibberen, concentreren. Niet te snel, de weg is nog lang. De eerste heuvel. De looppas inruilen voor een stevig wandeltempo. Verschillende technieken zijn waarneembaar. De één zwaait met de armen, de ander houdt ze over elkaar, een derde armen op de rug. Bovenbeen duwers zijn in de meerderheid. Slechts een heel kleine minderheid dribbelt naar boven. Het blijft uitkijken. De gesmolten sneeuw heeft de gehele Ardennen in een modderpoel veranderd. Zo lijkt het. En daar waar geen modder is vormen losliggende stenen, keien, wortels of gladde lei stenen goede alternatieven. Tijdens het afdalen voel ik me een bejaarde zonder rollator. De berggeiten storten zich naar beneden over de smalle paden. Mijn route lijkt op de één of andere manier vooral rechtstreeks de diepte in te gaan. Kleine pas, handremmen aan, alles met de bovenbenen opvangend hobbel ik erachter aan.

Het zweet stroomt dan al net zo hard als de stroompjes  regenwater. Handschoenen en muts zijn al lang uit, het jack open geritst. Les 1: doe volgende keer toch maar wat minder aan. De zon komt er door, de Ardennen liggen er schitterend bij. Verversingspost 1 op ongeveer 18 km heeft ‘slechts’ ijskoud water, sportdrank, sultana’s en krenten. De tocht gaat door. Heuvel op en weer af, soms een stukje verharde weg om snel weer het bos in te duiken. Ik word ingehaald maar laat me niet uitdagen te volgen. Het is nog ver. 20, staat in kalkcijfers op de weg. 20 kilometer binnen de 2 uur. Zal het vandaag lukken gemiddeld 20kmh te handhaven? Ik kachel lekker door en weet zelfs enkele lopers in te halen. Les 2: ga niet jagen als je later geen opgejaagd wild wil worden.

Bron marathonarie.web-log.nl

Post 2 heeft veel in de aanbieding. Zoete thee, koekjes, sportdrank, zoete thee, TUC, chips en een heerlijk soort rijstevla. Lekker, lekker, lekker, maar ik ga weer op pad want het gemiddelde lonkt. Al geruime tijd is het stuivertje wisselen met een man in wit t-shirt. Heuvel op ren ik net iets langer door en bijna boven start ik ook net iets eerder. Hij lijkt te lossen. Ik vergeet te vaak te drinken ondanks dat ik meer dan genoeg bij heb. De tocht vraagt alle aandacht en het beetje wat over blijft besteed ik aan de mooie omgeving. Les 3: bewaar ook wat aandacht voor de eigen verzorging. 40 op het pad, binnen de 4 uur.

In de verte lopen twee mannen. De één net zoals iedereen al aardig onder de modder. De ander nog erg schoon. De één stopt regelmatig, de ander doet dat ook, maar praat wild gebarend door. Langzaam loop ik op ze in. Heuvel op zijn ze zo dichtbij maar als ik boven ben zijn zij alweer een heel eind naar beneden. Ik haal ze in, bonsjoer, en loop door. Het volgende bos in, de volgende heuvel. Een vlak stuk. Het lijkt op hoog gras, het lijkt meer op moeras. Enkeldiep, kuitdiep en bijna neusdiep als mijn rechtervoet wegvliegt en ik het moeras bijna van heel dichtbij zie. Het wordt zwaarder, de benen doen het niet geheel meer automatisch. Bij post 3 neem ik tijd. Bananen, koek, drinken. Het regent een beetje en dat is wel lekker. De helling na deze post is het toppunt. Alleen op handen en voeten kom je boven. Halverwege mag je over enkele omgevallen bomen klauteren. De afdalingen hierna lijken nog stijler. Ik durf niet te rennen en ga pasje voor pasje naar beneden. De witte t-shirt man is er plotseling ook weer. Mijn bovenbenen laten zich voelen, mijn kuit staat strak. Het tempo is er volledig uit. Ik wordt ingehaald, kan aanhaken en laat los. Twee dames halen me in. Les 4: ook dames kunnen best goed Ultra trail lopen.

Bron marathonarie.web-log.nl

De koek is op, het kruit verschoten, van jager naar wild. Het wordt buffelen, bikkelen, beulen. Stap voor stap, bos na bos. Niet aan de kilometers denken, helling na afdaling en naar de volgende helling. Post 4 op 60 kilometer. Hier serveren ze broodjes worst, vers van de BBQ. Toch maar niet. Nog 5 kilometer. De witte t-shirt man heeft me niet te pakken, anderen wel. Volhouden, drinken, deze tocht afmaken. Op de weg staat 60. Ook goed. ’tIs niet anders. Nog 5 kilometer. Een voetbalveld, een laatste bocht naar rechts, de finish. Het zit erop, OlneSpaOlne is volbracht. 65 kilometer, 7 uur en 2 minuten onderweg. Na de douche, de warme hap, een OlneSpaOlne sweater kruip ik achter het stuur. Met 120kmh. naar huis. Een kop vol herinneringen, een lijf vol spierpijn. Het was zwaar, het was mooi, ik heb genoten.

© Arie Froberg – marathonarie.web-log.nl