Vandaag liep ik in Epe. Het was hondenweer en Cees Kraayeveld had wijselijk voor de 10km gekozen. Vooraf had ik hem nog even gesproken. Hij vertelde me dat hij op de foto uit 1982, die ik hem eerder had gestuurd, zelfs door zijn kinderen niet herkend werd. In die tijd waren hardlopers wilde kerels die tegen de elementen vochten en een grote snor of baard hoort daar gewoon bij.
Leuk die jeugdfoto´s waarop je een compleet andere kop hebt. Henk Liefers had ook een enorme rode baard, die ook enigszins zijn karakter verklaard. Ik weet nog dat ik hem voor het eerst zonder baard zag en dacht dat hij naar zo´n ver land was geweest waar ze de kunst verstaan om je hoofd enkele maten kleiner te maken. Dit gebeurt echter meestal nadat je hoofd zich van je lichaam vervreemd heeft en als een soort sleutelhanger aan de riem van de schrompelaar hangt.
Wanneer de jaren echt veel met je doen zoals bij Ton Eykenboom word je echt onherkenbaar. Ton bleek een hele atletiekgeschiedenis te hebben waar ik niets van wist, allemaal ver voor mijn tijd. En ik zelf? Het vreemde is dat ik op foto’s een groot onbegroeid gebied op mijn achterhoofd zie. Voel ik daar echter met mijn hand dan zit er gewoon haar. Op mijn kin en onder mijn neus heeft het ook nooit echt willen groeien. Misschien had ik in 1980, toen de sportdrank werd geïntroduceerd bij de marathon van Maassluis, de inhoud van dat bekertje niet over mijn hoofd moeten gooien, omdat ik dacht dat het water was.
© Rinus Groen – Apeldoorn