Al enkele jaren loop ik vrijwel dagelijks tussen de middag met George van Gorkum. George is nu 57 en heeft 7 maal 2.25 op de marathon gelopen en is dus wat je noemt een glasbak. Onlangs haalde hij een bronzen plak tijden het NK marathon in Eindhoven. Regelmatig hebben we discussies over wat goed en slecht is op loopgebied en kunnen we bij elkaar vaak de vinger op de pijnlijke plek leggen.
George klaagt vaak over gebrek aan energie tijdens een belangrijke wedstrijd. Dat hij elke dag heen en weer fietst op zijn mountainbike van Rozendaal naar Apeldoorn, tussen de middag flink interval traint,´s avonds gaat fitnessen, spinnen of nog een keer hardlopen en dat bij een baan als Luitenant Kolonel doet hij af als ‘normaal belasten’. De trainingen die ik doe doet George meestal iets harder en iets langer. De zeldzame keren dat ik de hele training bij hem kan blijven kosten mij erg veel. Laatst ging ik iets naar buiten om beter uit de wind te lopen. George dacht dat ik hem wilde inhalen en versnelde direct. Heel fijn wanneer je al op je wenkbrauwen loopt.
Ik was dan ook blij verrast toen het toonaangevende blad RunnersWorld in een artikel over moeheid pontificaal zijn gezicht als toonbeeld hiervan plaatste. Waarom zijn gezicht uitgerekend van al die 2 miljoen hardlopers die vaak met de ogen achter in het hoofd over de streep komen? Eerlijk is eerlijk, de uitgeputheid druipt er af. De mensen om hem heen kijken zo van waar halen we zo snel een priester vandaan vanwege de laatste sacramenten. Er is zelfs iemand die George zijn horloge stil zet. Zo van ‘jouw tijd zit er op’. Toch hebben we veel gemeen. George en ik lopen beiden door met hartklachten, gebroken vitale delen en griep. We vinden elkaar vaak verkeerd bezig. Op elk gebied ben ik hooguit de helft van George, behalve op kuitgebied. George zoekt kuitenbijters op en ik ga ze juist uit de weg.’
© Rinus Groen – Apeldoorn