Swiss Jura marathon. Bijna een jaar heb ik uitgekeken naar én opgezien tegen dit loopje. Daarom zal ik dit avontuur dan ook geen loopje maar loop gaan noemen. En dit niet alleen omdat, ook al doet de naam anders verwachten, de afstand geen 42,2 maar 350 kilometer is. Voor wat betreft het lopen had ik deze keer maar één doel: Ik wilde persé deze loop uitlopen.
(Note Redactie Loopkrant.nl: Swiss Jura marathon. Dit alles door de ogen van Henk Geilen in vijf afzonderlijke verhalen vastgelegd en verspreid over drie dagen afzonderlijk te lezen op Loopkrant.nl. Hierbij het eerste deel van deze bijzondere loopervaring)
De aanloop met veel spanning
Voordat ik aan het lopen kon beginnen moest ik wel nog even in Zwitserland zien te komen. De beste manier was om op zaterdag om 8:30 uur op Schiphol het vliegtuig naar Genevé te nemen. Dus ik mocht rond 6:30 op Schiphol zijn. Omdat ik gezien had dat er een nachttrein van Eindhoven naar Schiphol ging leek mij dit de meest voor de handliggende manier om op Schiphol te komen. Uiteraard was mijn echtgenote gaarne bereid om mij om 2:30 even naar Eindhoven te brengen. Dankzij haar rijkunsten was ik mooi op tijd in Eindhoven. Ik had gezien dat ik twee mogelijkheden (of kansen) had om op tijd in Schiphol te komen; dit waren de trein van 3:30 die via Rotterdam zonder overstappen zou gaan of de trein van 4:00 waarbij ik in Utrecht zou moeten overstappen. Ik was mooi op tijd voor de 3:30 trein. Op de borden stond echter bij de trein van 3:30 de omschrijving van die van 4:00. Gelukkig stond bij die van 4:00 die van 3:30. Prachtig dat een organisatie als de NS zelfs midden in de nacht de reiziger een beetje spanning kan bieden!
Buiten medewerkers van een bewakingsfirma was er niet veel personeel aanwezig. Toch is het mij gelukt om de conducteur van de 3:30 trein te vinden. In mijn onnozelheid dacht ik dat hij wel zou weten waar de trein waarvoor hij verantwoordelijk was naar toe zou gaan. Dit bleek niet het geval te zijn. Wel kon hij via internet opzoeken waar de trein naar toe ging. Volgens de reisplanner zou de 3:30 inderdaad rechtstreeks naar Schiphol gaan. Dus had ik mijn reis toch goed voorbereid. Op mijn vraag waarom op de borden dan iets heel anders stond vertelde de conducteur mij dat dit inderdaad erg vreemd was. Vervolgens dacht ik slim te zijn en dacht : "de conducteur gaat ook met de trein mee en moet ergens naar toe dus als je hem vraagt waar hij naar toegaat dan weet je zeker dat je de goede richting uitgaat". Helaas bleek het voor hem einde dienst te zijn. Met andere woorden totaal relaxed zat ik in de trein. Ik kon ook niet wachten tot we op het volgende station waren, want dan zou ik op de borden kunnen zien of ik de goede trein had. Ter verhoging van de spanning hadden zie hier op de borden gezet dat deze trein tot Breda zou gaan. Inderdaad de goede richting uit, maar nog een behoorlijk stuk van Schiphol verwijderd. In Breda werd het Leiden. Kortom de NS had werkelijk iets schitterends bedacht om er voor de zorgen dat ik in slaap zou vallen en Schiphol zou missen.
Uiteindelijk ben ik via Rotterdam, Den Haag en Leiden perfect op tijd op Schiphol gearriveerd. Afgezien van de stress is het reizen met de nachttrein een heel aparte ervaring. Je ziet toch een heel ander type reizigers dan ik tijdens mijn woon-werk verkeer tegenkom. Veel van de passagiers bewogen zich voort alsof ze net gefinisht waren op een marathon waarbij ze helemaal tot het gaatje waren gegaan. Na het inchecken op Schiphol ontmoette ik al een groot gedeelte van de Nederlandse lopers. Nederland was uitermate goed vertegenwoordigd met op de 350 kilometer Erwin Borrias, Wim de Kwant, Jean-Pierre Gendrault, Markus Kromeich, Jannet Lange, Kees Meeuwsen, Willem Mütze, Carla Rooijers, Bram van der Bijl, Gerard van Es en Wilma Vissers (woonachtig in Zwitserland). Op de 175 kilometer Richard Pennink, Maria Verhaar en Paul Hoyer (woonachtig in Duitsland). Dus vanaf nu was ik onder begeleiding en kon ik met een gerust hart mij weer volledig focussen op de aanstaande loop..
Aankomst in Genéve
Precies volgens planning kwamen we in Genève aan. Nadat we onze bagage in kluizen van het centraal station hadden ondergebracht konden we Genève bezichtigen en een hapje eten. Je merkte trouwens dat de kluizen echt Zwitsers vakwerk waren: je spullen erin stoppen was geen probleem, eruit krijgen vergde heel wat meer. En sommige munten accepteerde ze niet maar gaven ze ook niet meer terug. We werden in de loop van de middag in St. Cergue verwacht, hiervoor moesten we eerst met de trein naar Nyon en dan met de Zahnradbahn naar boven. Tijdens het wachten op het vertrek hiervan werd ons gezelschap versterkt door Jannet Lange. Jannet is een loopster die ik nog nooit in levende lijve ontmoet had maar wier prestaties en de manier waarop zij tegen het lopen aankijkt mij enorm aanspreken. Daarnaast had ik op haar website gezien dat zij een enorme hoeveelheid Snickers meegebracht had. Ik was dan ook gaarne bereid om haar van deze last te bevrijden.
In St. Cergue aangekomen konden we aan de slag met het inrichten van Kamp Holland in de sporthal. Het was namelijk de bedoeling dat we iedere nacht op een matje in een sporthal zouden overnachten. Dit was prima en erg goed voor de sfeer onder de lopers. Na het afhalen van de startnummers konden de lopers de tijd tot aan de avondmaaltijd vullen met eten en rusten. Ik had mij aangemeld voor een medisch/wetenschappelijk onderzoek naar onder meer de gevolgen van extreme duurbelastingen en mocht dus naar de intake door de arts. Ik mocht dus vanaf nu twee keer per dag urine inleveren, bloed laten prikken en allerlei metingen laten uitvoeren. Tevens mocht ik lijstjes met alles wat ik dronk gaan bijhouden. Bij de intake kwam de arts, die zelf trouwens een aantal zeer indrukwekkende sportprestaties heeft neergezet, na het wegen en bekijken van mijn voeten en enkels tot de conclusies dat ik niet bepaald de meest optimale bouw voor dit soort ultralopen had. Hierna kwam ik dus nog meer gesterkt in het vertrouwen dat ik deze loop tot een goed einde zou brengen terug in de sporthal. Na het avondeten, dat prima was en ook voor iedereen voldoende ook al moesten sommige lopers vier keer lopen om bij te halen, kwam de dagelijkse briefing. De Briefing was in het Duits maar werd daarna vertaald in het Frans en in het Engels. Het voordeel van het redelijk beheersen van die drie talen is dat je dan merkt dat er drie verschillende verhalen zijn. Het nadeel is wel dat ik niet wist welk van de drie verhalen op mij van toepassing was.
De kern van het verhaal was dat de eerste etappe de zwaarste zou zijn. Dit bevreemde mij, want op papier zag deze er het makkelijkste uit. Op papier leken de eerste 26 kilometer vlak, dan ging het gedurende 4 kilometer 150 meter omhoog en dan gedurende 10 kilometer 1000 meter omhoog en dan gedurende 7 kilometer 650 meter omlaag. Er werd ons met klem geadviseerd om tot aan de 2e verzorgingspost (km 26) 3 uur de tijd te nemen. De hele etappe was 47 kilometer lang en de limiettijd was 7:30 uur. Dan hadden we dus nog 4, 5 uur voor de laatste 21 kilometer. Ik kon een lichte frons van mijn wenkbrauwen niet achterwege laten. Hier zaten uitsluitend zeer ervaren en goed getrainde lopers. Nota bene mijn inschrijving was in eerste instantie geweigerd omdat ik niet voldoende marathonervaring had. En deze mannen moesten 21 kilometer in 4,5 uur lopen. Toch leverde het ook wel een onrustig gevoel op. De organisatie had deze loop geloof ik al 18 keer georganiseerd en was heel serieus bezig. Dus terwijl dit verhaal door mijn hoofd speelde kon ik met een gerust gevoel gaan slapen. Met name omdat ik de afgelopen nacht amper geslapen had was het slapen geen enkel probleem……
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/