Afgelopen baanwedstrijdavond van de club ben ik twee keer uitgestapt. Niet op de 10.00m, maar op de 1500m en de 5000m. Waarom? Ik liep niet wat ik wilde. Tijdens de 1500meter begonnen mijn armen al na 500m te slapen. Na slechts 1.40. Ofwel een eindtijd van vijf minuten zou ik nooit halen en dan stop ik. Arnoud Liefers vertelde me later dat dit het gevolg van het verkrampen van de bovenarmen is.
Poging twee: een half uur later alsnog op de 5000m van start gegaan. Ik liep na nog geen kilometer op een schema van 18.20 terwijl ik dit jaar nog niet harder dan 19.10 heb gelopen. De hele tijd liep ik te denken ‘niet verkrampen, niet verkrampen..’. Loopkameraad Lex Frentz vertelde me na afloop dat ik heel verkrampt, zelfs op een bepaald moment helemaal geknakt, had gelopen.
Waarom kan ik niet gewoon meelopen en na afloop net als een ander blij of teleurgesteld zijn over de gelopen tijd? Na 32 jaar fanatiek lopen weet ik onderweg bij elke 100 meter wat ik moet lopen en waar ik dan op uit ga komen. Daarnaast weet ik dan hoeveel verval ik heb gehad en ga hebben. Zelfs vaak voor de start al weet ik hoeveelste ik ga worden. Weinig verrassend en meestal teleurstellend! Op de foto zie je hoe het ook kan. Je kust een willekeurige kikker en hoopt dat het een prinses wordt. Dat kan ik wel heel goed, iemand aanpraten dat het allemaal wél mogelijk is en het dan ook laten uitkomen. Dat is toch uiteindelijk het mooiste wat je kan gebeuren.
© Rinus Groen – Apeldoorn