Van ieder loopje dat ik doe wil ik een verslag schrijven. Dit om mijn persoonlijke indrukken vast te leggen en te bewaren. Ik heb de indruk dat het mij soms niet lukt om datgene wat ik wil vastleggen in woorden uit te drukken. Vooral bij Limburgs zwaarste is dit het geval. Eigenlijk wil ik mijn bewondering en dankbaarheid aan de organisatie en de uitzonderlijke schoonheid van de tocht tot uitdrukking brengen.
Laat ik maar eens beginnen met de organisatie. “Even een loopje organiseren” is makkelijk gezegd. Maar het doen en het goed doen is heel iets anders. Bovendien denk ik dat ik maar een fractie weet van wat er allemaal moet gebeuren en wat hierbij voor verassingen op je pad komen. Dus heeft Willem naar mijn mening iets voor elkaar gekregen wat aan het bovenmenselijke grenst. Zeker als je je realiseert dat hij niet bepaald de gemakkelijkste weg (dit is trouwens een hele mooie woordspeling!) gekozen heeft. Hij heeft niet gekozen voor een bepaald rondje dat x keer gelopen mocht worden of voor een groepsloop waar één of meer voorlopers de route aangeven. Hij heeft er voor gekozen om een grote ronde van bijna 72 kilometer te kiezen en dit “even“ te bepijlen.
Trouwens mijn spellingscontrole kent het woord bepijlen niet, maar dit is helemaal niet vreemd als je je realiseert wat dit voor een gigantische klus is. Daarnaast weten we dat het verwijderen en veranderen van pijlen door mensen met een wel heel vreemd gevoel voor humor inmiddels in Nederland een nationale sport is. Dus is het maar goed dat je als organisatie de nacht voor zo’n evenement amper kunt slapen. Immers die nacht heb je nodig om de pijlen te controleren en bij te plaatsen. Ook is Willem iemand die vindt dat als er vijf verzorgingsposten aangekondigd worden er minimaal zes moeten zijn. Gelukkig weet hij wat een verzorgingspost is. Ik bedoel hier hoort naast thee, sportdrank, cola en water ook minimaal Limburgse vlaai (en dan ook verschillende soorten), puddinkjes met slagroom, boterhammen, koekjes, zoutjes, ontbijtkoek en uiteraard kruiden bitter te staan.
Uiteraard stuur je de lopers niet op pad met een of ander gewoon standaard startnummer. Neen, er moet een geplastificeerd nummer met een recente parkoersfoto en de naam van de loper zijn. Bij aankomst dien je een finishcertificaat te krijgen met uiteraard je naam en tijd, maar ook hier moet een foto van de start en jou in actie tijdens de loop opstaan. En na afloop krijg je dan nog een mooi reflecterend hesje met je eigen naam en “Limburgs Zwaarste” erop. Dit is dan ook de reden dat ik nu baal dat het weer langer licht is. Ik kan dus niet meer iedere avond pronken met mijn mooie hesje. Ik denk dat het nu wel duidelijk is waarom ik vind dat de woorden dank en bewondering te zwak zijn om uit te drukken wat Willem en zijn helpers gepresteerd hebben.
Dan de route; ik ben een chauvinist en Limburger. Dus ben ik al heel snel enthousiast over ons Limburgse landschap. Maar dit was een zodanige aaneenschakeling van hoogtepunten dat het bijna te veel van het goede was. Ik kan hier geen woorden voor vinden. Ik weet niet of het met plaatjes lukt. In ieder geval wil ik graag verwijzen naar de site van Willem waar naast zijn aanzienlijke collectie plaatjes ook links staan naar de foto’s van anderen. Eerlijk gezegd lijkt het mij het beste dat iedereen zelf maar gaat kijken.
Toch ook nog maar even mijn ervaringen over het loopje. Ik had afgesproken om mijn loopmaatjes Thijs van Heugten, Henk Sipers en Roger Kempinski op te halen. Zuiver om logistieke redenen had ik afgesproken dat ik hen in Sittard bij het station zou oppikken. Dus nogmaals, dat ik niet met hen bij mij thuis had afgesproken heeft niets te maken met het feit dat zij de vorige keer dat zij bij mij thuis hadden afgesproken mijn complete voorraad gebak hadden verorberd. Na een zeer korte en voorspoedige reis kwamen wij bij de sporthal in Hoensbroek aan, waar het gezellig druk was. Als rots in de branding zat Willem weer achter zijn PC. Ongemerkt snel was het 9.00 uur en konden wij na de gebruikelijke groepsfoto’s en de speech van Willem (Geniet, Geniet, Geniet) aan ons feestje beginnen. Er waren startplaatsen voor 70 gelukkigen.
Uiteindelijk zijn ruim 60 lopers aan de start verschenen. Het eerste stuk vormde de groep een lang lint en werd er behoorlijk stevig doorgelopen. Tijdens de eerste drie kilometer heeft zich twee keer een kopgroep gevormd. Deze is ook twee keer omgevormd tot staartgroep. De eerste keer om dat de kopgroep zich verlopen heeft. De tweede keer omdat het peloton de toegevoegde waarde van het onder een meertje langs lopen niet zag en bovenlangs ging en dus de kopgroep weer recht in de ogen kon kijken.
Ondanks het feit dat de bepijling uitstekend was en daarnaast iedereen over een routebeschrijving op papier beschikte, hebben de meeste lopers zich een of meer keren verlopen. Gelukkig is ook dit een van de charmes van zo’n loop. Inmiddels is wel bekend dat ik in de categorie pijlmissende-eigenwijzelingen een van de toppers ben. Toch heb ik het er dit keer erg goed van afgebracht. De officiële route was 71.790 meter. Na 73.010 meter was ik weer terug op het startpunt. Afgezien van het missertje in het beginnen en het foutje bij het afdalen aan de achterkant van de trappenpartij bij de skibaan is het dus goed gegaan. De eerlijkheid gebied mij wel toe te geven dat ik dit aan mijn collega-lopers te danken heb. Vorig jaar heb ik mijn eerste grote misser gehad bij de afdaling van de Fromsberg. Ondanks het gezelschap van Bram, Prisca en Roger ging ik toen faliekant de verkeerde kant uit. Willem heeft mij nadat ik later weer de route gevonden had uitgelegd wat ik fout gedaan had.
Tevens heeft hij mij een tijdje geleden nog eens uitgelegd hoe het zit met rechts en links en dat als ik over prikkeldraad moet klauteren de kans groot is dat ik aan de verkeerde kant van een weiland zit. Dus dit jaar kom ik weer op hetzelfde punt en staat mijn vriend Thijs aan de goede kant van het prikkeldraad. Hij maakt mij dan ook op onmiskenbare wijze duidelijk door welk poortje ik naar binnen moet en inderdaad: dan is de route volstrekt logisch en stukken korter dan vorig jaar. Later heb ik nog een keer dankbaar gebruik mogen maken van Frans Cobben die pijlen prachtig vindt maar toch trouw de papieren routebeschrijving volgt. Degene die wil weten hoe de route liep en waar ik dus overal geweest ben verwijs ik naar de animatie op mijn site.
Willem heeft deze tocht steeds Limburgs Zwaarste genoemd. Ik heb hem steeds Limburgs Mooiste genoemd. Ik moet wel zeggen dat er ook wat momenten geweest zijn dat ik weer terug was bij de naam Limburgs Zwaarste. Als ik toch aan het opbiechten ben; er zijn momenten geweest dat ik gedachten had in de trant van: “eigenlijk is een marathon ook lang genoeg” en “wat is er mis met een parkoers zo vlak als Rotterdam”. Maar toen ik weer terug was in Hoensbroek was er geen discussie mogelijk: Dit is de MOOISTE.
Hier moet ik wel even duidelijk over zijn: dit geldt niet voor de laatste twee kilometer door Hoensbroek, maar ook hier zie je de hand van een goede organisator in terug. Het stukje van kasteel Hoenbroek tot aan de douche is uitermate geschikt om zo snel mogelijk te overbruggen en dus nog even gas te geven. Zeker omdat ik toen zag dat ik op 7:45 binnen kon zijn. Tot mijn grote verassing kwam ik uiteindelijk als nummer 9 binnen. Ik ben er nu dus van overtuigd dat mijn rustige duurloopje van afgelopen zondag in Rotterdam zijn rendement heeft opgeleverd.
Er is nog een puntje dat ik even kwijt moet. Ik heb voor het eerst sinds lange tijd ervaren dat ik ook kwaad kan worden. Hiermee bedoel ik echt pisnijdig. Op zaterdag was ook de Amstel-gold race voor amateurs. Zo’n 12.000 wielrenners mochten zich uitleven in het Zuiden. Dus toen ik de Keutenberg aan de achterkant afdaalde waren hele volkstammen bezig met het beklimmen hiervan. Dit kwam er op neer dat ze in drie rijden naast elkaar naar bovenliepen, dat daarnaast een rij zat die iets deed wat tussen lopen en fietsen in zat, en een rij die iets deed wat op fietsen leek. Uiteraard hebben die mensen net zoveel recht als ik om met hun hobby bezig te zijn. Let wel: net zoveel. Dus dat kleine beetje van goot wat ik nodig heb mogen ze mij best gunnen. Ze hoeven echt niet naar mij te schelden, spugen of slaan. Dit is nergens voor nodig. Zij zijn net zoveel recreant als ik en voor hen telt de prestatie ook en die wordt er niet mooier op als zij een seconde winnen door een loper een duw te geven. Zo dit is er uit en ook nog vrij netjes geformuleerd. Ik was trouwens blij dat ik mijn championchip nog aan mijn schoen had en ik hoop dat ik doordat ik over de mat gegaan ben hun hele tijdwaarneming verziekt heb en dat ze allemaal de nodige minuten extra aan de broek hebben.
Tenslotte: ik heb genoten en ja, ik heb ook afgezien. En of het nu 2235 of 2500 meter omhoog zijn geweest, of 700 of 725 trappen; hier zat mijn afzien niet maar wel bij de afdalingen: dit blijft voor mij een onprettig en soms zelfs pijnlijk iets. Dus gelukkig heb ik nog iets om aan te werken voor het echte werk begint. Dit was werkelijk een tocht die ik voor geen geld zou hebben willen missen. Ik zal dan ook met veel trots mijn hesje dragen, zij het dat een van mijn loopmaatjes zich zo’n zorgen maakte dat er iets aan mijn hesje zou komen en dat hij het daarom uit voorzorg maar meegenomen heeft. Dus als je ooit een loper tegenkomt met een mooi fluorescerend hesje met daarop de naam Henk Geilen dan kan het zijn dat ik dat niet ben.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/