Op de foto een man waarvan je denkt daar wordt Nike niet blij van, zo’n bolle kop bij hun logo. Met 32.55 op de 10km op de baan en 2.35.12 op de marathon ben ik niet ontevreden over mezelf als loper, maar die man op de foto heeft meer met zijn pink dan ik in mijn hele lichaam gepresteerd.
Wereldrecord marathon, wereldkampioen cross en goud op olympische spelen om maar enkele wapenfeiten te noemen. De foto is van 1997. Zou hij in 2008 nog dikker zijn? In 1985 ging ik naar Rotterdam met een stift aan mijn startnummer. Vlak voor de start ging ik naar alle aanwezige toplopers toe en vroeg een handtekening op mijn lage startnummer. O.a. Benji Durden, Vincent Rousseau en John Graham, mannen die ik in hun finest moment op tv had gezien. Één kanjer was er echter nog niet, de met veel bombarie aangekondigde olympisch kampioen van 1984 die een aanval op het wereldrecord zou doen. Toen we allemaal klaar stonden om te starten klokslag 12.00 was hij er nog niet. Zonder hem werd er niet gestart en moest iedereen wachten. Daar kwam hij plots in de verte aanlopen.
Snel ging ik onder het startlint door, liet hem mijn nummer signeren, ging weer op de eerste startrij staan en pang daar gingen we. Zoals zo vaak moest ik na dertig kilometer de tijd onder de 2.30 weer eens uit mijn hoofd zetten en kwam ik na 2.07.12 door op het 35 kilometer punt. Vreemd genoeg begon iedereen langs de kant te juichen en te klappen. Vreemd, ik keek achter me of daar soms een vrouw of lilliputter of zo liep, maar ik liep alleen. Toen ik in 2.39.12 eindelijk binnen was begreep ik dat de man van de foto op dat moment over de finish was gekomen en een wereldrecord had gelopen. Hij is en blijft een groot voorbeeld voor mij hoewel zijn grote inhoud momenteel meer letterlijk dan figuurlijk is: Carlos Lopes uit Portugal.
© Rinus Groen – Apeldoorn