Dit gaat niet over de ellebogen van de paus. Evenmin over het heilige Ilion of zo. Mániakaal…Sommige hardlopers zouden er misschien maniakaal van kunnen worden. Dat wel. Nee. Het sacro-iliacale gewricht vormt de verbinding tussen het heiligbeen (sacrum) en het darmbeen (iliacum).
[1] Dit stukje is tot stand gekomen mede dank zij een advies van dochter Karin voor de medisch-fysiologische inhoud en – om de vrede te bewaren – van dochter Martha wat betreft de Nederlandse taal.
Met andere woorden het sacro-iliacale gewricht zit in het onderste stukje van je ruggengraat. Het staat ook wel bekend als het s.i. gewricht of bekkengewricht. En wat is daar dan zo bijzonder aan? Wel, je kunt er last van krijgen. Bijvoorbeeld als je veel aan hardlopen doet. Net als van je knieën. Net als je knieën moeten de s.i. gewrichten bij iedere landing een klap opvangen en daardoor kan het darmbeen los komen van het heiligbeen en er scheef tegenaan gaan zitten. Net als een arm die uit de kom is, stel ik me voor, maar dan een heel klein beetje. Maar dat hele kleine beetje is genoeg om pijn te veroorzaken en, zo is mij verzekerd, als je ermee door blijft lopen dan heb je een verhoogde kans op artrose. Ook geen pretje.
Hoe ik hier zo bij kom? Raad eens! Inderdaad: vorig jaar heb ik een half seizoen verspeeld door getob met mijn s.i. En als je er dan over begint te praten, dan blijken er ineens een heleboel Ilionisten problemen mee te hebben. Betty, onze verenigingsfysiotherapeute, checkt zelfs routinematig iedere bezoeker op het spreekuur van de medische commissie even of het nog goed zit. Een scheef zittend s.i. gewricht kan ook vervelende gevolgen hebben voor je voeten en je ribben. En misschien ook nog wel voor andere lichaamsdelen. Overigens doet Betty er nogal luchtig over. Met een paar handige grepen zet ze het weer in zijn model. Binnen vijf minuten is het gepiept, dat is waar. En je kunt er dan meteen weer tegenaan. Maar aan de andere kant geeft ze geen ‘garantie die verder gaat dan tot de deur’. En inderdaad, vorig jaar was het bij mij om de drie weken mis. En dan ga je toch voorzichtiger aan doen. Bang om aan te zetten en te versnellen; en maar liever geen al te lange duurlopen doen…
Hoe weet je nu of het met je s.i. gewrichten nog goed zit? Ik heb het daar makkelijk mee. Ik heb namelijk een dochter die bewegingswetenschappen studeert. En als ze thuis is, dan zeg ik: “Karin, kijk eens even naar mijn s.i!” Dan doe ik mijn hemd omhoog en laat mijn broek een stukje zakken. Karin zet dan haar duimen in de groeven van mijn s.i gewricht, in de buurt van de putjes, en ik buig voorover. En dan zegt ze: “Nee pa, het zit nog goed!” En anders weet ik dat ik naar Betty moet. Want Karin weet zelf nog niet hoe zij het weer recht moet zetten. Maar niet iedereen heeft een dochter die bewegingswetenschappen studeert. Het zou dus wel handig zijn als er ook andere aanwijzingen zijn. Mijn ervaringen zijn de volgende.
In de eerste plaats pijn. Pijn, overal, behalve op de plaats waar het zit. Bij voorkeur in je knie. Maar het kan ook aan de achterkant van je dij, of in je lies (Ze knijpen weer in mijn billen en mijn ballen…) Het kan bedrieglijk echt aanvoelen. Als je bijvoorbeeld de trap op of af loopt dan voel je die knie ook erger. Maar het is wel typisch dat die pijn wel steeds een beetje op een andere plaats lijkt te zitten, bijvoorbeeld het ene moment in je knieholte en een uur later juist boven op je knieschijf. De laatste keer dat ik bij Betty kwam had ik ook pijn in mijn knie. En ja hoor, het was mis. Alleen zat het op een andere manier scheef dan de vorige keren. Ik had een outflare. Ook die was snel verholpen. Maar na afloop zat de pijn er nog steeds. Het was echte kniepijn (die overigens later vanzelf overging).
Geen pijn is dus geen garantie dat het goed zit. Zijn er dan nog andere controlemogelijkheden? Die zijn er. Bijvoorbeeld.
- Ga rechtop staan. Buk voorover en probeer met je handen de grond te raken. Als dat moeilijker gaat dan anders, dan is dat een teken dat er iets mis is.
- Ga rechtop staan. Buig eerst naar links en dan naar rechts. Als naar rechts buigen moeilijker gaat dan naar links, dan kan het scheef zitten (meestal zit het aan de rechterkant).
- Problemen met het evenwicht. Ga eerst op je linker been staan en dan op je rechter. Als je op je rechter been staand moeite hebt om je evenwicht te bewaren, dan is dat een teken dat het niet goed zit. Een probaat middel om het te controleren is, om ’smorgens staande je sokken aan te trekken.
Maar voorkomen is beter. Ik kreeg het advies om drie maal per dag rekoefeningen te doen voor de spieren onder in mijn rug. Maar dat hielp in elk geval niet genoeg. Het is beter om die spieren te trainen, zodat ze sterker worden. Net zoals je als hardloper regelmatig buikspieroefeningen moet doen, zou hij ook oefeningen moeten doen om de spieren rond het bekken te oefenen. Dat kan met de zogenaamde hondjesoefeningen. Ze veroorzaken wel wat hilariteit als ik ze iemand voordoe, maar dat moet dan maar. Mensen vinden het tenminste wel komisch als ik op handen en knieën ga zitten en dan eerst mijn linkerbeen naar achteren strek en dat dan twintig keer op en neer beweeg en dat dan vervolgens herhaal met het rechter been. Ik ga gewoon door. Het linkerbeen opzij (pootje optillen) en weer twintig keer op en neer bewegen, en natuurlijk ook weer met rechts. De volgende oefening is: het opzij opgetilde been twintig keer naar voren en naar achteren bewegen en de laatste oefening is twintig keer met het achterwerk heen en weer ‘kwispelen’.
Doe ik iedere morgen. Kost me drie minuten. Nu al zo’n anderhalf jaar. Sindsdien heb ik nog twee keer s.i. problemen gehad. Eén keer kwam dat omdat ik op een tak had getrapt en daardoor een vreemde zwik had gemaakt. Het lijkt er dus op dat ik door die hondjesoefeningen de problemen goeddeels te boven ben.
Of ondanks die oefeningen natuurlijk.
Of misschien hebben ze er niets mee te maken. Maar ik ga toch maar door.
O, als twintig keer te zwaar is, begin dan met tien keer of vijftien keer.
© Gerrit Pelkman – Zoetermeer / Lid ARV Ilion