Voorbereiding CPC loopt voorspoedig

Bron Eugène LekatompessyVandaag heb ik me voorgenomen om heel vroeg op pad te gaan, omdat ik vanmiddag met m’n gezin naar de dierentuin wil gaan. Om half acht gaat dan ook m’n wekker en ik blijf nog een kwartiertje liggen. Met moeite kom ik het bed uit en ga snel naar beneden..

Ik maak snel een ontbijtje voor me klaar met thee en maak gelijk een kopje warme chocolademelk voor m’n dochter die inmiddels beneden is en tv zit te kijken en een kop thee voor mijn ega. Zoonlief ligt nog op een oor. Na het eten snel tandenpoetsen en wat opfrissen. De flessen van m’n drinkbelt vul ik alle vier met water en daarna doe ik mijn loopspullen aan. Het is iets boven het vriespunt en het wordt niet warmer als 5 graden boven nul. Ik twijfel wel of ik mijn winterloopjack aan zal doen. Uiteindelijk doe ik mijn knalgele windjack aan. Dat moet voldoende zijn want binnen 10 minuten ben ik wel warm en dan heb ik geen last meer van de kou. Uiteraard doe ik mijn lange tight en mijn Gelders Looppaspoort shirt aan en neem ik m’n mp3 speler weer mee.

Bron Eugène Lekatompessy

Iets na negen uur sta ik buiten en de kou voel ik heel goed. Vooral op m’n benen voel ik het en m’n vingers tintelen. Ik loop m’n straat uit en start mijn horloge om 9.07u. Lekker rustig loop ik mijn wijk uit. Eerst langs de school en dan langs de weilanden en vervolgens weer naar links richting Lunteren.  "Zal ik de weg helemaal volgen en naar Lunteren gaan?" komt het even bij me op. Ik besluit het niet te doen omdat de route alleen maar uit weilanden bestaat! Dus saai! Ik loop weer op de Zonoordlaan richting de Doesburgermolen en loop dan via de Doesburgermolenweg weer terug naar het Landgoed Kernhem. Daarna ga ik gelijk naar links het bos in. Het pad loopt evenredig met de Doolhoflaan. Uiteindelijk kom ik ook op deze laan uit en ga ik langs de zuivelfabriek en het kerkhof en vervolgens weer langs de bloedsteen en klim ik weer de heuvel op. Dan weer wat zigzaggend om modderplekken te vermijden en loop dan het Edese bos weer uit.

Dan volgt weer het parcours richting Otterloo. Ik loop op de paralelweg die naast de oude rijksweg ligt. Aan weerszijden van de paralelweg liggen stapels boomstammen. Mooi om deze stapels grote luciferstokken te zien liggen. Er ligt hier voor heel veel kuub aan brandhout. Even verderop zie ik een kaal bosplek waar tientallen bomen zijn gekapt. Zonde dat zoveel bomen zijn gesneuveld. Ik vraag me af waarvoor dat nodig is.

Image

Als ik bij restaurant Amadeus ben steek ik het grote kruispunt over en loop weer terug richting Ede oost. Alles gaat nog vrij soepel met af en toe een klimmetje door het vals plat. Als ik weer op de Ginkelse hei ben kan ik wat herstellen en geniet ik van het mooie uitzicht. De heide staat er mooi bij en het zonnetje komt tevoorschijn en daardoor voelt het weer wat warmer aan. Goed dat ik niet mijn winterjack heb aangetrokken. Als ik in de buurt van de schaapskooi ben zie ik langs de kant van de weg een auto staan. Even later stapt een man snel uit en in eerste instantie denk ik dat de beste kerel even de bosjes in wil duiken voor een plasje. Helaas spreekt hij mij aan, maar ik heb geen enkel behoefte om te stoppen. Ik hoor hem door m’n muziek heen zeggen: "Meneer, weet u de weg naar Arnhem?" Ik probeer vriendelijk te kijken en zeg al lopend dat hij die kant op moet gaan en wijs hem de richting en loop stug verder door. "Koop toch een TomTom en val geen hardlopers lastig, dombo!"denk ik zachtjes.

Als ik eenmaal de schaapskooi heb bereikt loop ik door tot het dierenassiel en ga dan weer terug naar Ede Oost. Dit keer pak ik niet het tankpad maar blijf op het fietspad. Na een paar honderd meter zie ik een peleton blauwe racefietsers. Ze kunnen me goed zien want mijn knalgele windjack valt heel goed op. De voorste rijders zien mij ook en seinen naar de achteren, maar dat wordt niet goed opgepikt. De groep bestaat uit zo’n 12 rijders en de achterste rijen bestaan uit drie fietsers breed. Dit gaat niet goed, en ik houd mijn pas iets in. Ik kies eieren voor m’n geld en stap in de berm en laat de rijders op hun stalen ros voorbij gaan. Ik vloek hardop en ga weer verder. Het liefst zou ik ze van de fiets aftrappen maar dan bezeer ik me misschien ook. Ik ga vlug weer verder en denk niet meer over deze gebeurtenis. Ik moet zo snel mogelijk de bosrand bereiken zodat ik weer wat kan herstellen. Als ik eindelijk weer op de Nieuwe Kazernelaan ben gaat het weer wat soepeler en na wat drinken krijg ik weer een energieboost.

Bron Eugène Lekatompessy

Dan volgt weer de grote weg naar het gemeentehuis, het centrum, huis van ome Wim, waar toevallig tante Gonnie staat en naar me zwaait, en daarna weer de oude rijksweg. Na 600 meter kom ik weer op het grote kruispunt en zie ik dat de verkeerslichten op groen staan. Na een korte sprint bereik ik de overkant en stop mijn stopwatch. 2.35.45 geeft mijn klokkie aan met een gemiddelde hartslag van 1.59 en een max. van 173 en heb ik 22.51km afgelegd. Heerlijk!! Ik kijk al weer uit naar m’n doordeweekse tempoduurloopjes. En misschien zit er binnenkort weer een loopje samen met mijn loopmaatje Carla na een hele, hele lange tijd. Ik zal het wel zien..

© Eugène Lekatompessy – Ede / http://runningcrashdummie.web-log.nl/