Bron Eugène LekatompessyIk ben supergemotiveerd vandaag om mijn lange duurloop van twee uur te lopen. Dit omdat ik er vorige week niet aan toekwam vanwege een bezoekje aan de dierentuin met m’n gezin. Maar deze ochtend moet ik weer knallen. Ik voel me mentaal als fysiek sterk doordat m’n korte tempoduurlopen heel goed verlopen. Progressie!

Mijn gemiddelde hartslag is tevens aardig naar beneden gegaan. Van gemiddeld 166 is het nu gedaald naar 158 hartslagen per minuut. Als m’n gezin de deur uit is ga ik na wat getreuzel ook op pad. M’n uitrusting bestaat uit een lange tight, korte rood-witte loopshirt, knalgele windjack, wit-oranje cap, drinkbelt met vier flesjes water en m’n mp-3 speler. M’n mp-3 speler heb ik al een poosje niet geupdate met nieuwe nummers omdat m’n computer gecrasht is. Flink balen omdat ik ook m’n hardloopweblog niet meer kan verversen. Maar ach het is niet het einde van de wereld.

Bron Eugène Lekatompessy

Als ik eindelijk op pad ben na een korte warming up ga ik via het fietspad langs de rijksweg richting het landgoed Kernhem. Ik besluit het bospad te nemen naar het landhuis Kernhem en pannekoekenhuis en vervolgens steek ik de weg over en pak de Doolhoflaan. Via het grindpad steek ik het spoor over en beland op het bospad en loop rechtdoor langs het kerkhof en de bloedsteen en klim de heuvel op en pak dan het ruiterpad. Het ruiterpad is af en toe op verschillende plekken in een modderpad veranderd en ik moet af en toe slalommend  deze vermijden. Als ik eindelijk uit het bos ben steek ik het grote kruispunt over en loop dan richting de Ginkelse hei. Ik verheug me op het uitzicht die ik straks te zien krijg. De heidevlakte is echt een lust voor het oog. Sinds ik hardloop ben ik me meer bewust geworden van de omgeving.

Als ik bij de rotonde ben beland bij het pannenkoekenhuis Langenberg en de tank uit de tweede wereldoorlog die als monument dient en me herinnert aan de bevrijding ga ik rechtdoor en kom een hardloopster tegemoet. . Een jonge hardloopster in een mooi strak hardlooptenue met lange benen. Ze heeft een hele mooie grote, soepele pas. Een echte hardloop-hinde! We groeten elkaar en ik vervolg m’n route en na ongeveer 500 meter beland ik op de hei. De heide staat er mooi bij en ik geniet met volle teugen van het uitzicht. In de verte zie ik wat witte vlekken en wat later veranderen deze vlekken in een kudde schapen. De schaapsherder loopt in de buurt en ziet me ook en steekt een hand op. Ik groet terug en ik loop weer soepel verder.

Als ik in de buurt van de schaapskooi ben kom ik een andere hardloper tegen in een fel oranje loopjack. Hij loopt aan de andere kant van de weg en heeft een kleine rustige pas en als we elkaar passeren groeten we elkaar. Ik besluit na een paar honder meter ook over te steken om hem als haas te gebruiken. Maar als ik eenmaal over ben gestoken verander ik van gedachten en wijzig m’n route. Ik ga van het fietspad af en loop dezelfde route als de oranje loper maar dan op tankbaan evenwijdig aan de rijksweg. Na een kilometer bikkelen in het mulle zand vervolg ik m’n route weer op het asfalt. Ik zie de hardloper met oranje jack nog, maar hij loopt veel te ver voor me.

Bron Eugène Lekatompessy

Op dit punt kreeg ik het vorige keer heel zwaar maar nu gaat alles nog hartstikke goed. Na het mulle zand leg ik deze meters nu moeiteloos af en binnen no time loop ik weer langs de Canadese tank uit de tweede wereldoorlog en vervolg ik de lange Kazernelaan richting het centrum. Onderweg zie ik aan de overkant een loper die me tegemoet loopt. Een zwalkende loper die met een warme trainingspak zijn kilometers maakt. Een groet zit er niet in want hij heeft al zijn aandacht nodig voor het lopen. Tussendoor drink ik wat en stuntel wat als ik het flesje weer in mijn belt terug wil doen. In de bocht bij de kazerne complex wordt ik bijna nog van m’n loopsokken gereden door een bestuurster die blijkbaar geen strakke bochten kan sturen of die bijziend of kleurenblind is. Gelukkig hoef ik geen noodsprong te maken en loop ik zonder kleerscheuren verder naar het gemeentehuis. Het klimmetje gaat met gemak en bij de verkeerslichten ga ik naar links de winkelstraat in langs het marktplein en vervolgens pak ik de rotonde en ga dan weer naar rechts en weer naar links langs ome Wim. Ik zie hem zitten met een kop koffie en ik steek m’n gebalde vuist omhoog als groet. Hij groet terug en ik weet dat hij waarschijnlijk jaloers op me is omdat hij al een aantal weken niet kan trainen vanwege een verstuikte teen.

Ik hoop dat hij binnenkort weer kan lopen omdat hij zijn lat ook weer wat hoger heeft gelegd door deel te willen nemen aan de marathon van Amsterdam in oktober. Een praatje met Wim zit er niet in want ik heb nog 25 minuten te gaan. Ik loop weer richting de rijksweg en als ik eenmaal op het fietspad ben ga ik richting Kernhem. Onderweg kom ik een meisje tegemoet die waarschijnlijk sinds kort haar stoute hardloopschoenen heeft aangetrokken. Aan haar pas en kleding te zien een een keer in de week loopster met alle respekt. Als ik haar passeer groeten we elkaar. "Goed van je dat je hardloopt” en "ga zo door" wil ik tegen haar willen zeggen, maar dat heeft geen zin want ze heeft ook oortjes in van een mp-3 speler.  

Bij het grote kruispunt loop ik bij de verkeerslichten door het rode licht terwijl de mensen aan de overkant netjes blijven wachten. Ik geef zeker geen goede voorbeeld aan het meisje die netjes met haar vader voor het verkeerslicht staat maar deze gedachte laat ik weer snel achter me want de loopnood breekt alle wetten zal ik maar zeggen. Vervolgens duik ik naar links en ga de wijk Veldhuizen in en loop een stukje van m’n kort duurloop route. Bij het tweede kruispunt ga ik naar rechts en loop ik alsmaar rechtdoor totdat ik weer bij de verkeerslichten ben in mijn wijk Kernhem. Hier stop ik mijn horloge en klok ik een tijd van 2.01.50 met een gemiddelde hartslag van 161. Ik ben hartstikke tevreden en heb eigenlijk zelfs nog wat over. Na een korte cooling down ga ik snel naar huis voor wat slokken iso-drank en een lekkere warme douche. Dat heb ik wel verdiend!  City Pier City halve marathon, here I come!

© Eugène Lekatompessy – Ede / http://runningcrashdummie.web-log.nl/