Eind vorige maand heb ik ruim eerder dan gepland mijn 50ste loopje tot een goed einde gebracht. Voorwaar geen reden dus om de loopschoenen in de wilgen te hangen. Dus had ik gepland om dit jaar af te sluiten door in december nog 3 loopjes ( GM-null, A73 marathon en SMUltra) te lopen.
Aan de wanvertoning door Rijkswaterstaat rond de A73 marathon zal ik niet veel woorden meer vuilmaken. Hierdoor werd wel mijn planning danig in de war geschopt. Afhankelijk van hoe zielig ik gevonden wil worden kan ik dus stellen dat mijn geplande loopjes hierdoor met 50 of met 33 1/3 procent verminderd zijn. Optimistisch als ik ben zal ik maar zeggen dat ik gelukkig van een oninteressante marathon verlost ben.
Vervolgens bleken mijn kinderen op vrijdag 7 december een vrijdag vrij te hebben. Er deed zich dus een mooie gelegenheid voor om met ons hele gezin een lang weekend weg te gaan. En ook als vind ik lopen niet onaardig,; mijn gezin staat met stip op nummer 1. Dus jammer dan voor de GM-Null. Aldus stond voor december alleen de SMUltra op mijn lijstje. Dit was wel erg mager.
En zoals altijd lossen problemen zich vanzelf op; want opeens kreeg ik een mail van de mannen van Laufcampus.com dat zij de draad weer gingen oppakken er op 15 december weer de Decke-Tönnes Quasselultramarathon georganiseerd zou worden. Dus stond mijn planning weer op twee. Maar dit was planning en ergens heb ik gelezen dat geplande zaken ook nog even gerealiseerd moeten worden. Met andere woorden de loopjes moeten ook nog even gedaan worden.
Na mijn avonturen in Olne-Spa-Olne had ik vreemd genoeg toch wel behoorlijk last van mijn enkel. Toevallig moest ik de dag na Olne voor een klusje naar Estland. Toen ik daar aangekomen strompelend uit het vliegtuig kwam en pardoes in de sneeuw ging liggen besloot ik spontaan dat het misschien wel goed was om eens een weekje niet te lopen. Dat ik eigenlijk geen rust nodig had maar mijn schaarse tijd optimaal wilde benutten om zo veel mogelijk van Tallinn te kunnen zien leek iedereen die mij daar zag strompelen volkomen logisch. Dus heb ik voor de eerste keer sinds ik loop een hele week helemaal niet gelopen. Een heel aparte ervaring.
Toen ik amper bezig was met het inhalen van de schade was het al weer tijd voor het weekend weg met mijn gezin. Inmiddels heb ik begrepen dat een weekend weg niet betekentd dat ik weg ben om te rennen. Dus heb ik spontaan besloten om het lopen achterwege te laten.
Hiervan terug vond ik het goed geweest en aangezien ik toch weer een aantal dagen van huis moest kon ik eindelijk weer eens lekker gaan lopen. Helaas…. Ondanks dat het eten uitstekend was ging er toch iets fout en kreeg ik als toetje een voedselvergiftiging. Dus kon ik eindelijk lopen. Weliswaar maar tot het toilet. Maar door het hoge tempo en de vele herhalingen kon je dit zonder meer als intervaltraining bestempelen. Als beloning hier voor kreeg ik nog een fikse verkoudheid. Dus ook al liep ik zelf niet meer, mijn neus liep voor twee.
Kortom: optimaal voorbereid stond ik zaterdagmorgen naast mijn bed om richting Euskirchen te gaan voor de Decke-Tönnes Quasselultramarathon. Vrijdagavond had mijn loopmaatje John Uitenbroek nog gebeld met de vraag of het voor hem verstandig zou zijn om ook mee te gaan lopen. John is behoorlijk goed aan het terugkomen van een hoop blessure ellende en het concept van de Quasselultramarathon is dan ideaal. Dus konden we gezellig met z’n tweeen richting Euskirchen.
Ten opzichte van het verleden waren twee veranderingen in het concept aangebracht. Deze starttijd was vervroegd naar 11:00 uur. Hierdoor kon je zonder problemen binnenkomen voordat het donker werd. En er was een tweede groep die met een iets lager tempo zou lopen. Voor de rest waren de sterke punten (prachtig parkoers, een pittig loopje, wie komt die loopt mee, geen inschrijfgeld maar wel een vrijwillige bijdrage voor een goed doel, geen tijdregistratie en Quassellen). Quassellen is een prachtig woord voor wat we in het Nederlands Ouwehoeren of slap lullen noemen. En laten we eerlijk zijn het klinkt toch een stuk beter om te zeggen dat je flink gequasselt hebt dan dat je weer aan het OH’en bent geweest.
Voor de goede orde: het blijft een pittige loop met 880 meter omhoog ( en weer omlaag) en 43,6 kilometer. Als ik goed geteld heb waren er 20 lopers aanwezig; hiervan namen 5 voor de eerste keer deel en de rest waren dus recidivisten. 10 gingen als eerste groep weg met een streeftijd van 4 uur 30. De overige 10 werden onder de hoede genomen door ultagrootheid Willem Mütze en zouden wat langere tijd nemen om van het mooie gebied te genieten.
De tocht voert over veldpaden en door bossen. Je kunt geniet van geweldige weidse vergezichten, Ik had een nieuwe camera gekocht om tijdens mijn tochten het een en ander vast te leggen. Om gewicht te besparen (en dus nog sneller te zijn) had ik zo’n super kleine dingetje gekocht. Gelukkig makken ze de knopjes op de camera’s tegenwoordig ook een stuk kleiner. De temperatuur was ruim beneden het vriespunt. Met mijn handschoen lukte het niet best om de juiste knopjes in te drukken. Zonder handschoenen ging het prima. Alleen als je even je handschoenen uit had werden je handen zo koud dat alle gevoel als sneeuw voor de zon verdween. Dus ik had een extra uitdaging erbij gekregen. Uiteindelijk heb ik toch een hele mooie serie plaatjes kunnen maken.
Tijdens de tocht heb ik twee mooie nieuwe woorden voor stijginkjes geleerd. Knakkig en Bissig. Op het moment dat die aankondigingen kwamen was het even gedaan met het Quasselen. En die jongens waren absoluut uitdagend. Ik heb zelfs een paar keer een bord gezien met de waarschuwing dat het stijgingpercentage 15 procent was.
Na circa 23 kilometer bereik je het hoogste punt van de tocht (510 meter) en het kapelletje van Tönnes ( de heilige Antonius). De 3 kilometers hieraan voorafgaand stijg je zo’n 250 meter. Dus mag je 3 kilometer lang een stijgingspercentage van een kleine 10 procent overwinnen. Hierna ben je wel toe aan een glaasje water op de eerste verzorgingspost.
In de resterende 20 kilometer heb je helaas nog maar en kleine 300 hoogtemeters. Maar daarvoor krijg je wel de imposante ruïne van een middeleeuws kasteel, een prachtig uitzichtpunt en een aantal stukken van de Romeinse waterleiding te zien. Uiteindelijk waren wij na 4:36:17 uur weer terug in Euskirchen. Samenvattend: een erg mooie en uitdagende loop. Je leert mensen kennen; je ziet een mooi stukje natuur en je moet er ook nog iets voor doen. Voor mensen die ook een keer hiervan genieten willen. Hij wordt ieder jaar begin februari en begin december georganiseerd. En tevens is er laatst April een XL variant van 54 kilometer.
Info is te vinden op www.decke-toennes.de. Voor foto’s verwijs ik naar mijn site. Hier heb ik ook een animatie van de gelopen route opgenomen.
© Henk Geilen – Munstergeleen / loopplezier.tk