De Horaloop bij CAV Climax in Ede werd al weer voor de 40e keer gehouden. Voor mij voor het eerst en ook nog op een incourante afstand. In het lopersblad dat deze week bij mij in de bus gleed stond het nog. Afstanden onder de 10 kilometer zijn zo wie zo niets, het begint pas indruk te maken vanaf de halve marathon.
Maar na de Zevenheuvelenloop van vorige week en de Montferland Run van volgende week zondag had ik besloten voor het eerst aan een vijf kilometer loop deel te nemen. Samen met mijn zoon van tien in alle vroegte uit de veren. Het is bij ons om de hoek en dat betekent bij ons thuis dat we ons toch nog moeten haasten. Het mooie van de Horaloop is dat de tijd gemeten wordt met hulp van een chip. Een preciezer tijd kan je niet krijgen dus mijn doel is om te zien wat ik uit kan halen. Als we de deur uit stappen vriest het nog en dat betekent altijd weer de vraag wat trek ik aan en wat houd ik aan. De handschoenen gaan mee. Sinds ik ben gaan hardlopen zijn de kilo’s eraf gevlogen en heb ik het, anders dan vroeger, regelmatig koud.
Joris mijn zoon begint ongetraind maar wel warmgelopen aan zijn 1 km loop. Hij eindigt in het middenveld met een voor mij mooie kilometertijd van 4:45. Afgezet tegen zijn leeftijdsgenoten misschien geen toptijd maar voor hem een prestatie van formaat. Wat kun je toch een plezier hebben van de prestaties van een ander en zeker als het je zoon is.
En dan ben ik aan de beurt. Met ruim 100 medelopers probeer ik zover mogelijk vooraan te staan. Na 200 meter zit er een smal bruggetje in het parcours en die wil ik het liefst zo snel mogelijk genomen hebben. Het startschot is dan ook meteen het begin van een race tegen de klok. De eerste twee kilometer gaan eigenlijk te hard maar er is geen weg terug. Het wordt een kwestie van volhouden en je zelf overtuigen dat de helft er al weer opzit. De laatste twee kilometer ben ik de koplopers uit het zicht verloren. Ik realiseer me, op het gehijg achter mij afgaand, dat ik opeens als haas fungeer. Met de moed der wanhoop probeer ik mijn tempo vast te houden. Ik weiger achterom te kijken.
Het is nog maar twee honderd meter vanaf de finish als ik alsnog word ingehaald. Ik zie de klok en geloof mijn ogen niet. Dat ik een PR op de 5 kilometer zou lopen stond vast, dat is het voordeel van de eerste wedstrijd. Met een gemiddelde snelheid van 14 km per uur heb ik nieuwe mijlpaal bereikt. Na de finish ben ik blij dat er dranghekken staan. Niet vanwege het publiek maar gewoon dubbelgevouwen uithangen. Als we terug naar huis rijden denk ik nog even terug aan het artikel waarin alle korte loopafstanden door veel afstandlopers meewarig worden bekeken. Ik weet nu wel beter. Niets geen tijd om een dipje op te vangen en warmlopen moet je echt vooraf doen en als je ergens het gevoel wilt hebben dat je denkt stil te staan dan adviseer ik zo’n "kort loopje".
Een nieuwe ervaring rijker en een mooi alternatief voor een coopertest. En de 10 km en 10 EM heb ik gemist, ik zat waarschijnlijk thuis al aan de koffie toen zij de finish bereikten. Niet erg sportief maar op zaterdag moet nog zoveel meer en ook dat is een klein voordeeltje van de korte afstand.
© Ger Huijer – Renkum