Aan pubs en restaurants in Dublin geen gebrek, met de meest gekke namen, sommige zelfs lopersgezind (‘Runner Bean’). Zaterdag stond een bezoekje aan de Guinessbrouwerij op het programma, de mannen lieten zich het gerstenat welgevallen en zo lieten Ruthje en ik hen na de middag achter in de bar. Zou dat nog wel goedkomen? Zo trokken wij naar de marathon Expo om ons borstnummer op te halen.
Tot dan had ik gemengde gevoelens over de marathon. Zou ik starten? Zou ik hem uitlopen? Zou ik wandelen? Géén idee. Tot ik het plakkaat zag hangen boven de ingang van de marathon expo ‘Impossible is Nothing’ en toen wist ik het voor mezelf al zeker: We gaan ervoor! Al wilde ik dat nog niet direct toegeven.. We gingen ons borstnummer ophalen, we kregen er ook een mooi gekleurd plaatje bij van het parcours en een zak vol verrassingen (douchegel, deo, koekjes en chips). Heel raar was dat de chip niet op de schoen gespeld moest worden, maar vasthing aan ons nummer en aan de finish werd dat dan afgescheurd. Da’s iets nieuws!
Dan nog wat rondgelopen en naar de verschillende kraampjes gekeken. We zijn wel braaf geweest en hebben niets gekocht maar zijn natuurlijk wél op prospectie gegaan voor een najaarsmarathon voor volgend jaar, als ons GROTE doel is meegevallen. Wordt vervolgd. Nadien troffen we de mannen nog in redelijke staat terug aan en gingen we alweer gezellig samen eten. Zondag trokken loopmaatje Ruth en Koen naar de kust en Maarten en ik gingen naar de gevangenis (niet letterlijk). ’s Avonds pasta-pasta en niet te laat gaan slapen. In tegenstelling tot Parijs heb ik geslapen als een roosje, geen zenuwen, niks!
Omdat het ontbijt in het hotel niet veel voorstelde (ok, niets voorstelde) hadden Ruth en ik boterhammen en choco gekocht en die hebben we dan op haar kamer ’s morgens opgegeten. Bij de start maakten we kennis met een arrogante groep Fransen die me aan het "keuren" waren. "Elle a un GPS, elle a un mp3, ses vêtements, je n’aime pas….elles sont hollandaises…". Dit begon Maarten danig op de heupen te werken dat hij zich omdraaide en zei "non, nous sommes belges, et on comprend le Français". Haha, was dat effe snel geregeld, je had die gezichten moeten zien!
Anyway, wachten dus op de start. Bibber bibber, ’t was behoorlijk koud! Gelukkig waren er drummers bij de startvakken die wat opzwepende muziek speelden zodat we alvast wat begonnen te dansen als opwarming. Dat wachten voor zo’n wedstrijd duurt altijd ongelofelijk lang, maar ook hier: geen zenuwen, is dit nog normaal? Tegen negen uur stonden we dan toch allemaal klaar in het startvak en konden we de minuten aftellen naar de start. Aangezien de marathon open stond voor wandelaars (limiet acht uur), zagen we mensen van allerlei pluimage: dik, dun, jong, oud… en ik had echt zoiets van "als zij dit kunnen, dan ik ook". De start was een beetje van een anti-climax. Slechts 11000 mensen ipv de 36000 in Parijs. Géén Charriots of Fire zoals in Parijs, zelfs geen muziekje, alleen een dof startschot. Maar dat maakte de goesting niet minder hoor!
Ruthje en ik startten samen, maar al gauw vond ik Ruthje iets te snel gaan. Dit ondanks het slechte gevoel in haar benen door een kramp van de dag ervoor – chapeau, want dat was er dus niet aan te merken!. Ik liet haar even gaan. Ik ben haar echter nooit uit het oog verloren en toen zij rond kilometer 15 aan het worstelen was met één van de 34.000 heuvels in ’t parcours heb ik haar weer bijgehaald en sindsdien waren we onafscheidelijk. Zoals Ruthje ook al schreef hebben we ons aan elkaar opgetrokken zonder dat er zelfs woorden voor nodig waren. Echt prachtig!
Een magnifiek mooi parcours, echt waar, een groot deel door het immense Phoenix park en altijd door mooie wijken met veel natuur. De organisatie was schitterend, minstens om de vier kilometer waren er waterposten met ruime voorzieningen en de miles-aanduiding was ook schitterend, hoewel dat voor ons natuurlijk altijd even aanpassen was. "Vlak" is een woord dat we uit ons woordenboek konden schrappen. Géén meter, maar dan ook géén meter was vlak. Soms waren het zelfs veneinige hellingen die de snelheid tot acht kilometer per uur reduceerden. Maar… what goes up, must come down, dus we konden soms ook recupereren.
Eens terug samen met Ruth ging het echt vlot vooruit. We trokken ons echt aan elkaar op. De ene keer had Ruth vleugels en de andere keer ik. En we hadden iets om naar uit te kijken, want op mile 11 (kilometer 17-18) stonden Maarten en Koen klaar om ons aan te moedigen en ons op de gevoelige plaat vast te leggen. Het resultaat zie je hieronder. Voor dat laatste placeerde Koenie zelfs een sprintje, I’m impressed!
Ruth en ik hadden echt lol. Onderweg lazen we de teksten op de T-shirts van anderen. ’t een nog origineler dan ’t andere. Een van de betere vond ik de tekst op de rug van een meisje:
"if walking, please push". Leuk ook waren sommige lopers die verkleed rondliepen. Was het nu als Ierse leprichaun of als bierflesje, het zorgde zeker en vast voor afwisseling! Wat ook opviel is dat er heel veel mensen voor het goede doel liepen. Het publiek was minder aanwezig dan in Eindhoven of Parijs, maar op de plaatsen waar ze stonden waren ze zeker even enthousiast. En waar bleef die man met de hamer toch? Hij was die dag precies niet in Dublin, want we hebben hem niet gezien. Zelfs zijn schaduw niet!
Tot rond kilometer 35 lette Ruth echt op haar hartslag (niet boven de 168), maar vanaf dan was het echt alle remmen los. En dat hebben we dan ook héél letterlijk genomen. Ondanks de beginnende spierpijn, ondanks de vele heuvels zijn we van dan af beginnen met versnellen. Denkend aan het lekkere eten dat wachtte aan de finish, elkaar oppeppend en zeggend dat zeven kilometer "peanuts" is. Dat je daar normaal niet eens voor buiten komt. Elkaar verbiedend om te wandelen. Doordat we in miles telden in plaats van in kilometers leek (leek, maar dat was natuurlijk niet echt) het alsof de nog af te leggen afstand korter was dan in werkelijkheid. We moesten er dan ook "maar" 26 doen he, in plaats van 42 kilometer… dat scheelt een hoop.
Toch waren we héél erg blij toen we eindelijk het bordje van 26 mile zagen! Ongelofelijk hoeveel mensen we in die laatste kilometers nog hebben voorbijgestoken, een echte opsteker. Zeker omdat we zagen dat een PR voor ons allebei binnen handbereik lag! Zelfs al zouden we de laatste kilometer nog wandelen, het werd nog altijd een PR! Wie had dat durven denken? Even voor de finish stonden onze fotografen er weer om ons aan te moedigen voor de laatste kilometer. Bij mij was dat nodig, bij Ruth iets minder, die had de stal geroken en had precies aan de speedpillen gezeten. Ze trok me echt mee. "Samen finishen" was nu het motto en dat hebben we ook gedaan.
Ikke met tranen in de ogen. Ongelofelijk! We eindigden in een tijd van 4:21:13! Een PR voor ons allebei, voor Ruth maar liefst een verbetering met zeven minuten, voor mij met bijna vijf! En de laatste negen kilometers waren de snelste! Wat een gevoel. Echt nog beter dan Parijs. Dit had ik nooit kunnen dromen. Last van de voet heb ik helemaal niet gehad. De laatste twee kilometer voelde ik eventjes m’n rechterknie, maar tegen de finish hield die alweer braaf z’n mond (en nu voel ik ook niets meer), dus ik ben echt superblij! Heb ik er iets aan overgehouden? Jawel hoor, een goed gevoel en een joekel van een bloedblein, geef toe…. het kon erger! Het was ook super om dit samen met Ruthje te kunnen doen. 3 dikke kussen waren dan ook voor elkaar aan de finish. Ruth, dit hebben we mooi samen gedaan, ik had het niet zonder jou gekund. Het was schitterend!
Na de finish onze mooie medaille in ontvangst genomen en kregen we ook een goodie-bag met o.a. een mooie finishers T-shirt in en nog allerhande verrassingen. Het was even zoeken om de mannen terug te vinden in het gewoel aan de finish, maar uiteindelijk vonden we ze en trakteerden we ons op een ritje met de taxi naar het hotel. De bussen reden niet door de marathon en te voet….. tja…. dat zagen we even niet zo zitten. De verkwikkende 45-minuten durende snothete douche achteraf en het héél gezellige etentje met onze fotografen-supporters in een typische Ierse pub (4-gangen menu met soesjes en chocolade als dessert!) maakten de dag helemaal compleet! Hier is maar één woord voor: SUPER!
En hieruit leer ik alvast één ding: impossible is indeed nothing, as long as you believe in yourself! Op naar het volgende doel…. Maar wees gerust coach, eerst effe rusten. Laatste woorden van m’n coach Mario:"Geniet van elke minuut in Dublin en doe wat je zelf het beste acht. Na deze stunt van je hoop ik dat je je conditie weer op het juiste spoor zet en die duivelse kuren in bedwang houdt……".
© Julie Mestdagh – Brussel / http://runnerjules.skynetblogs.be/