De Everest Marathon in Nepal – Deel 02

Foto genomen door Ron van WeezepHoe hoger we klimmen, hoe ruiger het landschap wordt. De boomgrens ligt hier veel hoger dan in de Alpen. Drijvers geven de jaks er flink van langs. Met gefluit, geschreeuw en door met stenen naar de dieren te gooien worden ze vooruit gedreven. In de verte steken onze oranje tenten zich duidelijk af tegen de bergen en de lodges in de omgeving.

(Note Redactie Loopkrant.nl: De Everest Marathon. Dit alles door de ogen van Ron van Weezep In drie afzonderlijke verhalen vastgelegd. Hierbij het tweede deel van deze bijzondere zomerdrieluik) 

Een rivier stroomt door het dal, de Everest verdwijnt in de wolken, de Ama Dablam en de Lothse blijven gelukkig zichtbaar totdat ook zij het onderspit moeten delven. Door Dingboche staat het pad gedeeltelijk onder water. We moeten zigzaggen om droge voeten te houden.
De camping ligt op 4.358 meter en om te acclimatiseren gaan we nog 100 meter hoger. Jurgen en ik gaan nog eens 100 meter verder. Daar gaat Jurgen op zijn hoofd staan.

Vandaag klimmen we naar 4.700 meter hoogte. De hemel is knalblauw en besneeuwde bergtoppen schitteren in de zon. Ik vind een heerlijk plekje en geniet van het uitzicht. Na 15 minuten ga ik zo snel mogelijk naar beneden. In Dingboche huur ik een kamer voor omgerekend € 1,75. Na een goede nachtrust lopen we naar het plaatsje Lobuche en hebben wat uitzichten betreft een topdag.

Na weer de nacht in een lodge te hebben doorgebracht gaan we verder naar Gorak Shep ((5.150 meter). Dit is de laatste overnachtingsmogelijkheid voor Basecamp. Gelukkig heb ik geen last van hoogteziekte, alleen een klein beetje hoofdpijn. Voor het eerst vriest het vannacht. Als we gaan lopen is het nog koud en al gauw heb ik, ondanks twee paar handschoenen, koude handen. Na een half uur is het leed geleden, want dan lopen we weer lekker in de zon.

Foto genomen door Ron van Weezep

Ria, niet te verwarren met ‘mijn’ Ria, ligt huilend op de grond. Tijdens deze vakantie is ze 59 jaar geworden, bloedfanatiek en overschat zichzelf. Ondanks dat ze allerlei medicijnen slikt en hoge bloeddruk heeft, wil ze maar presteren. Op het vliegveld van Kathmandu was het ook al helemaal mis met haar. Als Ria gekalmeerd is gaan we weer verder. Hoewel het pad geleidelijk omhoog gaat, ligt ons tempo laag en door de ijle lucht hijgen we als trekpaarden. Ria komt weer in de problemen en als ze weer wat opgeknapt is wordt ze verder ondersteund door een sherpa. We komen op een herdenkingsplek voor omgekomen bergbeklimmers. Er staat ook een steen voor Scott Fischer, een van de klimmers die omkwam in het rampjaar 1996, toen vielen er 12 doden in een seizoen. Boeiend beschreven in ‘De ijle lucht’ van Jon Krakauer. Ik ga maar moeizaam vooruit. Mathijs moet vaak stoppen, want hij is ziek.

Gorak Shep bestaat slechts uit enkele lodges. Vanaf dit plaatsje kan de Kalar Patar beklommen worden. Met een hoogte van 5.550 meter het hoogste punt van onze trektocht. Ik ben moe en voel me niet in staat deze beklimming te doen. Het bed van mijn kamer is vuil, maar dat interesseert me niet, ik wil alleen maar slapen. Als ik wakker word komen niet veel later de eerste beklimmers van de Kalar Patar terug met enthousiaste verhalen over de geweldige uitzichten op onder andere de Everest. Mathijs ligt in de eetkamer en wordt steeds zieker. De dokter is nergens te bekennen en later blijkt dat hij ook de Kalar Patar op is gegaan. Nadat hij Mathijs onderzocht heeft wordt besloten een helikopter te bellen om hem naar het ziekenhuis in Kathmandu te vliegen. Het weer wordt onstabieler en de dag loopt ten einde. Daarom vliegen er vandaag geen helikopters meer en wordt de volgende dag afgewacht. De potkachel wordt gevuld met gedroogde jakmest en de ruimte vult zich met een behaaglijke warmte. Ook de sherpa’s warmen zich rond de kachel.

We beginnen aan de laatste etappe naar Basecamp. De zon schijnt weer volop. Het hoogteverschil vandaag is maar 200 meter, maar het pad, dat over morenen loopt, is niet makkelijk omdat we veel over stenen moeten klauteren. In de verte zien we, links van de Kumbugletsjer, Basecamp liggen. Het valt niet mee om de tenten op te zetten, want ook Basecamp ligt op morenen en er is geen stuk vlak. In de loop van de tijd zijn er door expedities plateaus gemaakt voor de tenten en ook die van ons komen op deze plekken. Kris kras en op de gekste plekken worden de tenten neergezet. Soms moet je een klimmetje maken om in je tent te komen, ze staan ook niet allemaal even recht.

Op een ruimer stuk wordt de eettent neergezet. Langs de zijkanten liggen matrassen waarop wij kunnen zitten en daartussen door balanceert de keukenploeg. We moeten constant klauteren van de ene tent naar de andere, de wc- of de eettent. Het is extra vermoeiend door de ijle lucht. Iedere beweging kost veel energie. Zelfs ’s nachts gaat ademhalen zwaar en als ik eruit ben geweest voor een sanitaire boodschap lig ik een tijdje na te hijgen.

Foto genomen door Ron van Weezep

Alle deelnemers worden een dag voor de start gekeurd. Een voor een gaan we de tent binnen waar de dokter zit. Voor het eerst in mijn leven is mijn bloeddruk aan de hoge kant. Maar ik ben niet de enige. Het zal wel door de hoogte komen. Ria gaat de tent binnen en we wachten gespannen af. Dan komt er een hartverscheurend gehuil uit de tent en weten wij genoeg. Ria komt helemaal overstuur uit de tent en loopt wankelend over de morenen. Ze wordt gauw opgevangen en ze ligt lange tijd huilend van verdriet op de grond. Verder wordt iedereen van onze groep goedgekeurd, zelfs Mathijs, die gisteren nog erg ziek was en Jan, die al dagen last heeft van hoogteziekte.

We bereiden ons voor op een koude nacht. Gelukkig heb ik het warm in mijn donzen slaapzak. Het is wel lastig om over de gladde bevroren stenen naar de toilettent te klauteren. Dankzij de volle maan is het op deze plek zelfs in de nacht schitterend. De laatste dag voor de marathon is een rustdag. We lopen moeizaam naar de gletsjer waarlangs Basecamp ligt. Overal staan tenten van deelnemers aan de marathon. Omdat er niet veel te doen is en we nergens lekker kunnen zitten, kruip ik maar in mijn slaapzak en slaap veel.

De start van de marathon is om 7:00 uur. De zon komt op dit tijdstip nog niet boven de bergen uit en het is -5° Celsius. Gelukkig kunnen we bij de start onze kleren afgeven. De startlocatie wordt omgeven door de toppen van 8000-ers, de gletsjer en de vele kleurige tenten. De deelnemers uit allerlei landen gaan op de foto, een korte toespraak en we gaan van start. Omdat wij de marathon wandelen zitten we al gauw in de staart van het veld. Na tien minuten zit Hetty al met een pijnlijk gezicht langs de kant van het pad. Ze is gevallen. Als de zon boven de bergen verschijnt stijgt de temperatuur al gauw naar 15° Celsius. Hans, Dolf en ik blijven tijdens de marathon bij elkaar. Omdat ik af en toe stop om te filmen, moeten ze geregeld op me wachten.

Foto genomen door Ron van Weezep

Het parcours is het tegenovergestelde van de trektocht. Het begin is een geleidelijke afdaling en erg rotsachtig. De wind krijgen we tegen en het wordt frisser. Tegemoetkomende trekkers wensen ons succes. Een Engelse blinde deelnemer wordt het parcours over ‘gepraat’ en zal uiteindelijk finishen in een tijd van ruim 15 uur. Een knappe prestatie. Tijdens de afdaling val ik twee keer en de kleine verwonding aan mijn hand wordt bij een verzorgingspost keurig verzorgd. Als we dit tempo volhouden finishen we in een tijd van 10:00 uur. Voor de nodige energie neem ik mijn eerste gelletje. Het water in mijn Camelbak is vannacht bevroren, maar begint in de zon gelukkig te ontdooien en kan ik wat drinken.

Er komt een dreigende bewolking opzetten. Iedere vijf kilometer is er een verzorgingspost met water of iets van een sportdrank. Soms is er ook een dokter aanwezig. Beneden loopt de rivier die we sinds Basecamp al volgen. De routeaanduiding is niet altijd duidelijk. Ter hoogte van Dingboche is er verwarring hoe we moeten lopen. We volgen de voetafdrukken van andere deelnemers en dat blijkt ook de goede weg te zijn. Ver beneden ons zien we de verzorgingspost al liggen. Het dal vult zich met donkere wolken en het begint te regenen.

Het vervolg komt morgen

© Ron van Weezep – Lelystad