Normaal ligt hij in de badkamerkast, tussen flessen badschuim, tientallen haarelastiekjes, kammen en borstels van decennia terug, een tongschraper, wattenstaafjes, flesjes nooit gebruikte parfum want te allergisch om lekker te ruiken, een slordige stapel washandjes en wat zeepjes uit hotels all over the world. Maar vandaag niet.
In de wasmand misschien? Muf ruikend kinderkleding van zonen die op kamp zijn geweest, sportsokken die ooit heel schoon waren, kiezelsteentjes die uit broekzak van mijn kleuterzoon zijn gevallen nadat ik hem, de broek, in de wasmand had gegooid. Ook al niet. Op het schoenenplankje dan? Nee. Wel twee knikkerzakjes, diverse schoenen van verschillende formaten, evenals laarzen, slippers, pantoffels, hardloopschoenen, een paraplu, een kapotte regenbroek en tot overmaat van ramp een groen uitgeslagen broodkorst. Njet.
Ik heb nog even verder gezocht. Tussen de stapels rekeningen, een halve meter schoolschriften die de oudste zoon vlak voor de vakantie van school meebracht en het oud papier. Ook al niet. Toch wilde ik zo graag m weer eens gebruiken, mijn hartslagmeter. Maar hij was nu even heel, heel erg zoek.
Normaal gesproken moet je met spullen in deze wereld gewoon geduld hebben. Net als met mensen en met computers. Ze zijn wat irrationeel, kunnen zich onverwacht gedragen. Weglopen bijvoorbeeld. Stuk gaan. Vreemd gaan, whatever. Niets is hen vreemd. Gillen helpt niets. Stoicijns blijven wel. En erop vertrouwen dat ze wel weer terugkomen. Maar vandaag was mijn geduld op. Dus heb ik eindelijk mijn troostcadeau eens uit de boekenkast gehaald, het stof eraf geblazen en de doos geopend. Ik wilde mijn Polar hartslag-, snelheids- en afstandsmeter eindelijk eens gaan inwijden. Bijna anderhalf jaar na aankoop!
Ik heb een wat moeizame verhouding met deze aanschaf. Ik weet niet precies waarom. Eigenlijk had ik allang moeten kwijlen bij het aanzien van dit kleinood dat zo ongelofelijk veel kan. Ik bedoel maar, ik ben dól op kleine apparaatjes. Kan een diep respect voelen voor de schepping als ik bedenk hoe zo’n bloedmooi ding ook van binnen zoveel schoonheid bezit. En kracht, intelligentie en nog zo wat. Net de ideale man.
Soms ga ik alleen maar naar de Mediamarkt om al die Ipods en andere mp3 spelers op een rijtje te zien liggen. Zo mooi vind ik ze. En aangezien ik de enige in dit chaotische huishouden ben die niet bang is voor knopjes, boormachines, computerprogramma’s en nog zo wat, mag ik van mezelf zeggen dat ik best wel handig ben in het omgaan met de dingen van deze wereld (ook wel met mensen, niet met dieren want te allergisch, maar dat is weer een ander verhaal).
Toch viel het me bitter tegen. Vandaag een duurloopje gedaan van anderhalf uur, met loopmaatje Carla, met hartslagmeter en bijpassend horloge, maar nog zonder de snelheids/afstandsmeter, dat je tussen je veters moet frutselen. Daar had ik geen geduld voor, dus dat onderdeel liet ik thuis. Gevolg: ik heb de hele tocht gepiept, nou ja, dat rotding dan. Hij had kennelijk heimwee naar zijn voetstuk.
Ik was al van plan me van het gepiep te bevrijden door het ding in de sloot te gooien, maar Carla hield me tegen. Ze heeft al jaren zo’n ding, en wist waar het uitknopje zat. Pas na minstens evenveel tijd kwijt te zijn geweest met de gebruiksaanwijzing, kreeg ik er wel lol in. Ik moet m nog steeds kalibreren, maar ik ga volgende keer zeker bekijken hoe het voetstuk werkt. En, eerlijk is eerlijk, het ding is ongelofelijk aardig voor me geweest. Alsof het wel kon voorvoelen dat het ooit bedoeld was als troost.
Het bevat namelijk een fittest. Je hoeft daarbij je niet eens in het zweet te werken. Het enige wat je moet doen, is 3 minuten op de grond te liggen, met hartslagmeter om. Dat deed ik. En toen kwam de uitslag; mijn conditie is excellent!! Ik kreeg zelfs het predicaat ”Elite’! Ik wilde het ding net gaan zoenen, tot ik me bedacht: hij zal me toch niet bedonderen?
En ik bedacht me nog iets. Het ding kan veel, heel veel. Je ziet hoeveel calorieen je verbrandt, hij kan voorschrijven welke training je volgt. Afstanden, hartslagzones en snelheden worden naar believen wekenlang bewaard. Zodat je ze op de computer kan zetten, grafiekjes maken, je prestaties vergelijken, en ga zo maar door.
Ik weet het niet. Het lijkt me zo’n egotripperij om eindeloos maar met je eigen, in vergelijking met velen, matige prestaties bezig te zijn. Narcis bekeek voortdurend zijn eigen spiegelbeeld, werd verliefd op zichzelf maar kwijnde weg omdat hij zijn geliefde niet kon bereiken. Wat gebeurt er met de hardloper die eindeloos in zijn eigen Polar kijkt?
© Annemiek van Klink / http://hardloopster.blogo.nl