De afgelopen drie zaterdagen heb ik mijn eigen duurloop gelopen. Niet lekker gelopen, half moeten wandelen en de laatste heb ik zelfs overgeslagen. Deze week heb ik ook niet kunnen trainen bij de atletiekvereniging. Ondertussen zooltjes aan laten meten en dus nog niet getest. Ook wat benauwd, dus voor de zekerheid een puf. En dat moet vandaag een kwart marathon gaan lopen?
Ik ben in ieder geval goed uitgerust, denk ik maar. M’n bekken voelt best goed en m’n knie ook. ’s Morgens vroeg hak ik de knoop door: ik loop mét m’n nieuw aangemeten zooltjes. Ik zie wel waar het schip strand. Ik kijk naar buiten en zie een straalblauwe lucht en de zon! Even op teletekst kijken hoeveel graden het ongeveer is zodat ik me niet weer te warm kleed. Ik besluit een thermoshirt met lange mouw aan te doen met daar overheen een gewoon shirt met lange mouw.
Even op internet checken of er niet stiekem wat buien in aantocht zijn. Het lijkt erop van niet, dus de cap blijft thuis. MP3-speler gaat uiteraard wel mee. Die is klein genoeg om aan m’n top vast te klemmen. Licht bepakt ga ik even later op weg met manlief en de kids.
Aangekomen bij de atletiekbaan Climax in Ede haal ik mijn startnummer en championchip op. ’t Is een beetje kale bedoening vind ik: geen muziek ofzo. Alleen het in- en uitlopen van een aantal deelnemers.
Ik moet nog een klein half uurtje wachten en aangezien de kids niet veel zin hebben om in de kou te wachten gaat mijn man met hen richting de vlakbijgelegen kinderboerderij in afwachting van de start. Ik spreek nog twee dames die in de ochtend mee hebben gedaan met de Nordic Walking wedstrijd. Die hebben ’t al achter de rug. Zij missen volgens mij ook wel een beetje een finish met bijbehorend feestgedruis. ’t Is nu meer van starten, aankomen en naar huis. Zelfs geen herinnering (tenzij je het t-shirt hebt gekocht).
Zelf word ik aangesproken door één van de vrouwen die ook meedoet met de kwart marathon. Ze zegt dat ze mijn foto op internet heeft gezien en dat ze m’n naam herkent van het hardloopforum. “Je bent nu een bekende Nederlander hoor!”. Wel grappig om te horen.
Ondertussen doe ik wat rek- en strekoefeningen om warm te blijven. En dan is het zover: het startschot wordt gegeven. Ik zie een aantal vrouwen vooruit schieten. Gaaf om te zien. Maar ik hou ’t wel bij m’n eigen tempo. Ik weet dat ik het eerste stuk niet echt in m’n ritme zal kunnen komen. Met name omdat ik opzie tegen het stuk op de geluidswal. Uit een mailtje van vanmorgen bleek dat ze daar de gaten wel gedicht hebben, maar dan nog vind ik het niet echt lekker lopen op het hobbelige gras.
Eenmaal op de geluidswal probeer ik er maar niet te veel aan te denken en ik blijf een beetje plakken achter een andere deelneemster. Ik ben niet de laatste van de groep, maar het zullen er misschien drie zijn die achter mij lopen. Uitlopen vind ik het belangrijkste, maar eindigen als laatste wil ik eigenlijk ook niet. Op de brug over de A12 passeer ik de twee deelneemsters vóór mij. Dat voelt wel goed. Nou volhouden. Af en toe check ik mijn hartslag en denk bij mezelf “prima tempo, houen zo!”.
Een stukje verder komen de tegenliggers: de mannen (die gestart zijn in Veenendaal). Toch zie ik ook vrouwen. Waarschijnlijk lopen die de halve marathon. Knap hoor. De wind waait aardig en heb ik vol tegen. Dat is extra aanpoten. Ik moet wel lachen om een verkeersbord dat ik passeer: minder vaart. Nee hoor, ik ga langzaam genoeg.
Ik zie een tractor van links komen met allemaal kerstbomen achterin, met uitstekende takken die ook een deelneemster voor me raakt. Fijn, zo iemand die rekening houdt met medeweggebruikers. Ondertussen zijn mijn tenen van mijn rechtervoet (onbegrijpelijk maar waar) in slaap gevallen en dat trekt nu mijn voet door. De drinkpost gebruik ik dan ook even als excuus om te gaan wandelen. Tenslotte gaat drinken uit een bekertje ook niet echt makkelijk als je hardloopt. Wel houd ik de twee dames in de gaten die ik eerder gepasseerd ben. Dus het is drinken en weer aan de gang.
Verderop zie ik mijn man en kinderen en even later hoor ik twee stemmetjes “Hup mama hup!” roepen. Ik werp ze kushandjes toe en loop verder. Dan meen ik een flat te herkennen waardoor ik weet hoe ver ik nog ongeveer moet. De deelneemster voor me loop ik langzaam maar zeker in, en ja, op het laatste stuk, de Polderweg, passeer ik haar met een “Kom op hè!”. Wat me vandaag ook motiveert om “de vaart” erin te houden is het feit dat 9 december de verjaardag is van oma die vorig jaar is overleden. Voor haar zet ik (ook) door.
Dan loop ik het parkeerterrein op van VAV. Vervolgens nog een rondje baan en dan over de finish. Daar word ik opgewacht door m’n gezin en iemand die me een blikje sportdrank aanreikt en me wijst op de bak waar de chip in gegooid kan worden. Ook hier is het niet druk, niet feestelijk. Ik weet dat er wel een afterparty is in Cinemec in Ede, maar een beetje meer feest op de start- en finishlocatie zou ik toch wel op prijs hebben gesteld.
Teruglopend naar de auto zie ik op de parkeerplaats van VAV de laatste deelneemster binnenkomen met achter haar de “dweilfiets”. Ik moedig haar nog even aan. Aamen met nog wat andere mensen. Ze heeft het tóch maar gedaan. Net als ik.
© Carla den Nieuwenhoop – Veenendaal