Afgelopen vrijdagavond 28 juli was het weer feest voor liefhebbers van de atletiekbaan. Op deze avond kon iedereen zich wederom meten met anderen op zijn of haar favoriete loopnummer. Het was ouderwets druk op de atletiekbaan in Utrecht-Overvecht, vooral op de korte explosieve nummers. De langste afstand voor mannen en vrouwen van de lange adem was een drie kilometer. Kort voor vele, heel lang voor de echte sprintspecialisten.
Opvallend was de deelname op de 1000m. Vele lopers die normaal strijden op afstanden van tien kilometer of meer gingen deze avond hun snelheid testen. Zo ook Jeroen van Damme, iemand die niet vies is van een marathon of een halve marathon rond de 1.05, liet zien dat een 1000 meter toch een specialiteit apart is.
Hoogtepunt van de avond moest de limietpoging worden van het nationale 4×400 meter estaffeteteam. Onder toeziend oog van de Rien van Haperen (directeur KNAU) en sprintprofessor Troy Douglas moest de limiet voor deelname aan het EK in Goteburg geslecht worden. Helaas ging dit feest niet door. Het stokje haalde gelukkig wel de finish, maar de tijd van 3.06.88 was gewoon te ver van de limiet af om heel lang te treuren. Gezien het potentieel aan talent dat zich op sprintgebied in Nederland aan het ontwikkelen is, wordt met veel optimisme naar de toekomst gekeken.
Op de incourante 300m die werd georganiseerd zagen we naast geweld bij de masters op de 300m (zie Eric Roeske op de foto), ook Vincent Kerssies en Daniel Franken met gemak onder de 35 seconden duiken. En iedereen die niet tevreden was over zijn of haar prestatie deze avond in Utrecht kan het over twee weken gewoon weer proberen.
@ Redactie Loopkrant.nl